‘Zo voel ik me ook.’
‘Wat is er aan de hand dan?’
‘Heb je er nog niets van gehoord? Het halve dorp praat namelijk over me.’
‘Niet tegen mij, want ik zou echt niet weten wat je bedoelt.’
‘Rob heeft me afgelopen weekend vertelt dat hij een verhouding met Erna, zijn secretaresse, heeft en met haar verder wil. Blijkbaar wist het halve dorp dit al, maar ik niet.’
‘Tjonge, daar schrik ik van. En nu?’
‘Ik woon tijdelijk in een chalet aan de Beukelaan, maar je begrijpt dat mijn advocaat er alles aan gaat doen om me financieel gezien zo goed mogelijk uit de scheiding te laten komen. Als alles rond is, zal ik daarom best een leuk huisje terug kunnen kopen. Ik zal er dan qua wonen natuurlijk wel op achteruit gaan, maar dat vind ik geen probleem.’
‘Kun je verder een klein beetje tegen alle ellende?’
‘Het gaat redelijk. Ik voel me wel bedrogen en bij het grove vuil gezet, maar heb me voorgenomen om niet bij de pakken neer te gaan zitten en dat doe ik ook niet. Het is alleen vreselijk stil. Toen ik nog bij Bas woonde was er namelijk alle dagen drukte om ons heen, maar nu zit ik daar alleen en zijn er zelfs diverse mensen die net doen of ik een enge ziekte heb.’
‘Ja, die scheiding zal je leven wel veranderen.’
‘Dat denk ik ook. Zeker de eerste tijd. We zouden bijvoorbeeld met vrienden op vakantie naar Aruba gaan, maar nu zit ik de hele zomer in mijn eentje thuis.’
‘Je mag best met mij mee.’
Roelof begint een beetje schaapachtig te lachen, want hij vreest een onhandige opmerking te hebben gemaakt. Deborah kijkt hem echter met een serieuze blik op haar gezicht aan.
‘Waar ga jij heen dan?’
‘Ik ga sinds mijn scheiding ieder jaar met de tent naar Limburg, maar ik bedoelde mijn vraag als grap, hoor. Het lijkt me namelijk heel normaal dat je geen zin hebt om nu al met een andere vent op vakantie te gaan en het hele dorp staat op zijn kop als ze horen dat wij samen naar een camping gaan.’
Deborah knikt en gaat steeds serieuzer kijken.
‘Je hebt natuurlijk gelijk dat de mensen over ons gaan kletsen en ik heb inderdaad geen trek om bij jou in een tent te gaan liggen. Ik kan er echter ook zelf één kopen en op dezelfde camping gaan staan als jij. Als daar tenminste nog plek is en jij het geen probleem vindt. Natuurlijk kunnen we daar mensen uit het dorp tegenkomen en die zullen gaan roddelen als ze ons zien, maar dat doen ze ook als ze ons hier zien zitten. We weten trouwens zelf hoe het echt zit.’
‘Dat laatste is waar en zal ik dan maar bellen of de campingbaas nog een plaatsje voor je heeft? Wil je naast mij staan of maakt je dat niet uit?’
‘Het lijkt me wel gezelliger om naast je of bij je in de buurt te staan, maar ik maak er geen probleem van als het niet kan.’
Als Roelof belt, krijgt hij goed nieuws te horen.
‘Er was nog net een plekje tegenover me vrij.’
‘Dat is geweldig. Zie jij het trouwens wel echt zitten om samen naar dezelfde camping te gaan? We zijn immers goede bekenden, maar meer niet.’
‘Ik heb me daar alleen altijd prima vermaakt, maar het lijkt me heel gezellig om samen met jou te gaan. We hebben inderdaad nooit veel contact gehad, maar je hebt wel altijd normaal tegen me gedaan en daardoor sta je erg goed bij mij en trouwens ook bij de rest van het personeel aangeschreven. Je bent voor ons nooit de vrouw van onze werkgever, maar altijd één van ons geweest.’
‘Dat is heel fijn om te horen. Goed trouwens dat je sinds vorige maand ander werk hebt, want anders had onze vakantie je misschien wel problemen opgeleverd. Trouwens even wat anders. Kun jij me helpen met het kopen van een tent en wat nog meer handig is om bij je te hebben?’
‘Natuurlijk. Kun je zaterdag?’
‘Ja.’
‘Mooi. Laten we dan maar naar die zaak in Harderwijk gaan.’
‘Afgesproken.’
Hoe meer Roelof en Deborah over de komende vakantie praten, des te meer zin ze erin krijgen en het wordt een heel groot succes. Ze moeten de eerste dagen op de camping wel een beetje aan elkaar wennen, maar mede door het schitterende weer ontstaat er al snel een relaxte sfeer.
Ze praten honderduit, koken om de beurt, wassen samen af, zitten veel in de zon, trekken er dagelijks op uit om de buurt te bekijken en Roelof zorgt dat er elke ochtend heerlijke broodjes zijn voor het ontbijt.
Ondanks de gezelligheid en het feit dat ze niet op een drankje meer of minder kijken, houden ze echter afstand. Al denken ze wel na over de manier hoe ze met elkaar omgaan. Op één van hun laatste avonden op de camping begint Roelof er ook over.
‘Heb je er geen spijt van gekregen dat je met mij op vakantie bent gegaan?’
‘Ik niet. Integendeel zelfs. Hoe is het jouw bevallen?’
‘Heel goed. Ik heb een topvakantie gehad en kreeg diverse keren het gevoel dat ik met een vriendin op vakantie was. Wat mij betreft blijft onze vriendschap daarom niet beperkt tot deze twee weken.’
Deborah heeft een vuurrode kleur gekregen, maar lijkt geen moment te twijfelen over wat ze gaat zeggen.
‘Het is voor mij een vakantie vol verrassingen geweest. Ik ben in heel veel erg dure hotels geweest, waar ik alles kon krijgen wat ik maar wilde. Hier heb ik echter iedere dag twee dingen gehad die ik niet kende.’
‘Wat dan?’
‘Echte gezelligheid en gemeend respect en dat heeft er al die andere vakanties aan ontbroken. Zo kun je maar weer zien dat met geld niet alles te koop is. Hoewel ik zeker niet te hard van stapel wil lopen en geen dingen wil zeggen waar ik volgende week spijt van heb, moet ik trouwens bekennen dat ik ook nog geleerd denk te hebben wat echte liefde is.’
‘Je moet me geloven dat ik hier vooraf nooit over nagedacht heb, maar ik kan niet ontkennen dat er van mijn kant ook iets is ontstaan.’
Reacties
Let op: HTML wordt niet vertaald!