Vroeger was niet alles beter
€4,95
Excl. BTW: €4,95
Omschrijving
Ernst trapt met een woeste schreeuw op de rem van zijn auto en doet woedend zijn raampje open om iets naar een nog jonge fietser te schreeuwen. Die haalt alleen zijn schouders een keer op en fietst verder alsof er niets is gebeurd. Eerst wil hij de jongen daarom achternagaan, maar zijn vrouw, Inge, maant hem tot kalmte.
‘Man, maak je toch niet zo boos en kijk alsjeblieft uit. Als je door je eigen schuld een ongeluk krijgt, zijn we namelijk verder van huis.’
‘Zo’n snotjong kan toch uitkijken. Het lijkt wel of iedereen tegenwoordig alleen aandacht voor zijn of haar telefoon heeft en nergens meer op let. Ik heb geen idee waarom ze dag en nacht op dat ding moeten kijken, wamt toen ik jong was had niemand zo’n mobieltje en ging ook alles goed?’
‘Je hebt geen ongelijk, want er zijn mensen die geen seconde zonder hun telefoon lijken te kunnen. In het verkeer levert dat nogal eens gevaarlijke situaties op, maar zo’n mobieltje heeft ook goede dingen. Als je ergens op een afgelegen plek iets overkomt, kun je bijvoorbeeld hulp inroepen en vroeger was je dan aan je lot overgelaten. Plus dat je nu iemand een berichtje kunt sturen en je vroeger soms weet ik hoe vaak moest bellen voor je iemand te pakken had.’
‘Dat is waar. Het haalt echter wel een berg gezelligheid weg. De mensen zijn namelijk veel minder met elkaar gaan praten, want iedereen zit met zijn of haar snufferd boven die telefoon om van het laatste nieuws op de hoogte te blijven. Als ik de kantine van de voetbalclub binnenkom, zie ik ook minstens net zoveel mensen op dat ding kijken als naar elkaar. Plus dat, vooral, jongeren iemand die een eindje verderop staat liever een berichtje sturen dan even naar hem of haar toe lopen. Bijna iedereen meent tegenwoordig trouwens de hele dag bereikbaar te moeten zijn en als je een bedrijf hebt of met een ernstige ziekte in je naaste familie kampt, kan ik me dat voorstellen. Heel vaak vind ik dat echter zwaar overdreven.’
‘Dat ben ik met je eens. Wij moeten echter ook accepteren dat de tijd is veranderd en blijft veranderen en zowel de jeugd als veel ouderen anders zijn dan wij. Het is trouwens niets bijzonders dat wij over de jongeren klagen, want dat deden onze ouders vroeger ook over ons en onze grootouders zullen eveneens over de jeugd hebben geklaagd. Onze kinderen gaan dat over vijftien, twintig jaar trouwens ook weer doen.’
‘Je hebt gelijk, maar het is wel zo dat de wereld vroeger een stuk persoonlijker was dan nu en daarnaast waren er veel minder vernielingen, vechtpartijen, moorden en dat soort rottigheid.’
‘Natuurlijk ging men vroeger anders met elkaar om dan tegenwoordig. Dat kwam echter ook omdat het toen allemaal een paar versnellingen langzamer ging dan nu. Daardoor kende bijna niemand de druk van het allerlei dingen moeten en had men veel meer aandacht voor elkaar. Tegenwoordig hebben kinderen zelfs al verplichtingen en dat hadden wij gelukkig niet.’
‘Klopt en daarom was de tijd toen veel mooier?’
‘In sommige opzichten wel. Er zijn echter ook veel dingen in positieve zin veranderd. Tegenwoordig heeft bijna iedereen bijvoorbeeld een auto en vroeger moesten velen alles met de fiets doen. Dat ging wel, maar het was, zeker bij kou en regen, niet altijd aangenaam. Daarnaast zijn zowel de woningen als de sociale voorzieningen veel beter geworden en hebben de meeste mensen meer te besteden gekregen.’
Ernst begint een beetje cynisch te lachen.
‘Nou, noem jij het maar positief. De mensen durven de kachel niet meer aan te doen of te douchen vanwege de hoge energieprijzen, de zorg is onbetaalbaar geworden en betaalbare huizen zijn er niet meer. Plus dat de boodschappen iedere dag duurder lijken te worden en velen hun rekeningen niet meer kunnen betalen. Zo best gaat het dus niet.’
Inge lacht iets en knikt.
‘Je hebt gelijk dat veel mensen het de laatste jaren moeilijker of heel moeilijk hebben gekregen en dat is triest. Volgens mij wordt er echter nog steeds heel veel geld verdient, maar zijn er in ons land een aantal verkeerde keuzes gemaakt. Anders lijkt het me namelijk niet te verklaren dat er elk jaar weer meer miljonairs komen en de voedselbanken het steeds drukker krijgen. Met een regering die oog heeft voor álle burgers moet daar echter verandering in te brengen zijn.’
‘Dat ben ik met je eens en ik vind ook dat het verschil tussen arme en rijke mensen vroeger veel minder groot was dan tegenwoordig.’
‘Nu zie je het verleden een beetje te mooi. Het verschil tussen armen en rijken was vroeger namelijk veel groter dan tegenwoordig. Er is ook veel minder ontzag gekregen voor de mensen met geld. Er is een tijd geweest dat men de rijken als halve heiligen zag. Als zij zeiden dat iets zwart was, was er niemand die durfde te beweren dat het donkergrijs was en dat is iets wat we ons nu niet meer voor kunnen stellen.’
‘Dat is zo en ik ben het met je eens dat we blij mogen zijn dat er niet meer voor de welgestelden wordt gekropen. Het mooie aan vroeger was echter wel dat het leven werd geaccepteerd zoals het was. Ik heb mijn ouders er bijvoorbeeld nooit over gehoord dat ze gingen demonstreren. Ze waren tevreden met wat ze hadden en dat is tegenwoordig bijna niemand meer.’
‘Ernst, je wordt oud en bent je zicht op de werkelijkheid een beetje kwijt. De mensen waren vroeger wel tevredener, maar men was ook niet gewend om voor zichzelf op te komen. Mijn ouders hebben me bijvoorbeeld altijd voorgehouden dat ik niet moest zeuren, maar blij moest zijn dat ik een baas had. Ander werk zoeken, vonden ze het domste wat je kon doen. Je wist, volgens hen, wat je had en niet wat je kreeg. Heel vroeger was het trouwens nog erger. Toen betekende kritiek op je baas ontslag en amper nog eten , want uitkeringen waren er niet en over rechten had niemand het.’
‘Oké, wat het laatste betreft is de wereld gelukkig een stuk eerlijker geworden.’
‘Ja, toch. Jij zei net trouwens dat er vroeger veel minder of amper rottigheid was, maar vergis je niet. Ten eerste waren er weinig kranten, geen internet en amper tv waardoor er heel veel ellende onder de dekmantel bleef. Plus dat er natuurlijk veel minder mensen waren. Ruzies, vechtpartijen en moorden zijn er echter altijd geweest en of dat in verhouding minder was dan nu vraag ik me af. Vergeet trouwens niet dat men vroeger geen of veel minder last had van de gevolgen van drugs en alcohol. Verdovende middelen zoals we die nu kennen, waren er immers niet of misschien amper en drinken was ook veel minder ingeburgerd als tegenwoordig.’
Ernst knikt, maar blijft negatief.
‘Je verhaal klopt wel, maar je zult het toch met me eens moeten zijn dat het niet goed gaat met ons land.’
‘Natuurlijk hebben we betere tijden gekend, maar door te blijven roepen dat het allemaal waardeloos is en het vroeger veel beter was, wordt het nog veel beroerder.’
‘Oké, maar het zou ook raar zijn als iedereen stond te juichen en riep dat alles goed ging.’
‘Dat is het andere uiterste. Door negatief te blijven doen en continu te wijzen naar fouten die anderen maken, komen we echter geen steek verder. Er zijn zeker dingen fout gegaan en voor het meeste ook schuldigen aan te wijzen. Als er strafbare feiten zijn gepleegd, moeten die trouwens bestraft worden. Fouten maken doet echter iedereen en dat gebeurt op elk niveau.’
‘Wat denk jij dan dat er zou moeten gebeuren?’
‘Ik ben geen econoom en heb daarnaast niet het verstand om alle problemen op te lossen. Volgens mij kan niemand dat trouwens en zullen we altijd met dingen blijven zitten die niet goed gaan. Als iedereen echter eens bij zichzelf te rade ging of de bijdrage die hij of zij aan dit land levert wel zo positief is en niet beter kan, hadden we echter al een flinke stap in de goede richting gezet.’
‘Man, maak je toch niet zo boos en kijk alsjeblieft uit. Als je door je eigen schuld een ongeluk krijgt, zijn we namelijk verder van huis.’
‘Zo’n snotjong kan toch uitkijken. Het lijkt wel of iedereen tegenwoordig alleen aandacht voor zijn of haar telefoon heeft en nergens meer op let. Ik heb geen idee waarom ze dag en nacht op dat ding moeten kijken, wamt toen ik jong was had niemand zo’n mobieltje en ging ook alles goed?’
‘Je hebt geen ongelijk, want er zijn mensen die geen seconde zonder hun telefoon lijken te kunnen. In het verkeer levert dat nogal eens gevaarlijke situaties op, maar zo’n mobieltje heeft ook goede dingen. Als je ergens op een afgelegen plek iets overkomt, kun je bijvoorbeeld hulp inroepen en vroeger was je dan aan je lot overgelaten. Plus dat je nu iemand een berichtje kunt sturen en je vroeger soms weet ik hoe vaak moest bellen voor je iemand te pakken had.’
‘Dat is waar. Het haalt echter wel een berg gezelligheid weg. De mensen zijn namelijk veel minder met elkaar gaan praten, want iedereen zit met zijn of haar snufferd boven die telefoon om van het laatste nieuws op de hoogte te blijven. Als ik de kantine van de voetbalclub binnenkom, zie ik ook minstens net zoveel mensen op dat ding kijken als naar elkaar. Plus dat, vooral, jongeren iemand die een eindje verderop staat liever een berichtje sturen dan even naar hem of haar toe lopen. Bijna iedereen meent tegenwoordig trouwens de hele dag bereikbaar te moeten zijn en als je een bedrijf hebt of met een ernstige ziekte in je naaste familie kampt, kan ik me dat voorstellen. Heel vaak vind ik dat echter zwaar overdreven.’
‘Dat ben ik met je eens. Wij moeten echter ook accepteren dat de tijd is veranderd en blijft veranderen en zowel de jeugd als veel ouderen anders zijn dan wij. Het is trouwens niets bijzonders dat wij over de jongeren klagen, want dat deden onze ouders vroeger ook over ons en onze grootouders zullen eveneens over de jeugd hebben geklaagd. Onze kinderen gaan dat over vijftien, twintig jaar trouwens ook weer doen.’
‘Je hebt gelijk, maar het is wel zo dat de wereld vroeger een stuk persoonlijker was dan nu en daarnaast waren er veel minder vernielingen, vechtpartijen, moorden en dat soort rottigheid.’
‘Natuurlijk ging men vroeger anders met elkaar om dan tegenwoordig. Dat kwam echter ook omdat het toen allemaal een paar versnellingen langzamer ging dan nu. Daardoor kende bijna niemand de druk van het allerlei dingen moeten en had men veel meer aandacht voor elkaar. Tegenwoordig hebben kinderen zelfs al verplichtingen en dat hadden wij gelukkig niet.’
‘Klopt en daarom was de tijd toen veel mooier?’
‘In sommige opzichten wel. Er zijn echter ook veel dingen in positieve zin veranderd. Tegenwoordig heeft bijna iedereen bijvoorbeeld een auto en vroeger moesten velen alles met de fiets doen. Dat ging wel, maar het was, zeker bij kou en regen, niet altijd aangenaam. Daarnaast zijn zowel de woningen als de sociale voorzieningen veel beter geworden en hebben de meeste mensen meer te besteden gekregen.’
Ernst begint een beetje cynisch te lachen.
‘Nou, noem jij het maar positief. De mensen durven de kachel niet meer aan te doen of te douchen vanwege de hoge energieprijzen, de zorg is onbetaalbaar geworden en betaalbare huizen zijn er niet meer. Plus dat de boodschappen iedere dag duurder lijken te worden en velen hun rekeningen niet meer kunnen betalen. Zo best gaat het dus niet.’
Inge lacht iets en knikt.
‘Je hebt gelijk dat veel mensen het de laatste jaren moeilijker of heel moeilijk hebben gekregen en dat is triest. Volgens mij wordt er echter nog steeds heel veel geld verdient, maar zijn er in ons land een aantal verkeerde keuzes gemaakt. Anders lijkt het me namelijk niet te verklaren dat er elk jaar weer meer miljonairs komen en de voedselbanken het steeds drukker krijgen. Met een regering die oog heeft voor álle burgers moet daar echter verandering in te brengen zijn.’
‘Dat ben ik met je eens en ik vind ook dat het verschil tussen arme en rijke mensen vroeger veel minder groot was dan tegenwoordig.’
‘Nu zie je het verleden een beetje te mooi. Het verschil tussen armen en rijken was vroeger namelijk veel groter dan tegenwoordig. Er is ook veel minder ontzag gekregen voor de mensen met geld. Er is een tijd geweest dat men de rijken als halve heiligen zag. Als zij zeiden dat iets zwart was, was er niemand die durfde te beweren dat het donkergrijs was en dat is iets wat we ons nu niet meer voor kunnen stellen.’
‘Dat is zo en ik ben het met je eens dat we blij mogen zijn dat er niet meer voor de welgestelden wordt gekropen. Het mooie aan vroeger was echter wel dat het leven werd geaccepteerd zoals het was. Ik heb mijn ouders er bijvoorbeeld nooit over gehoord dat ze gingen demonstreren. Ze waren tevreden met wat ze hadden en dat is tegenwoordig bijna niemand meer.’
‘Ernst, je wordt oud en bent je zicht op de werkelijkheid een beetje kwijt. De mensen waren vroeger wel tevredener, maar men was ook niet gewend om voor zichzelf op te komen. Mijn ouders hebben me bijvoorbeeld altijd voorgehouden dat ik niet moest zeuren, maar blij moest zijn dat ik een baas had. Ander werk zoeken, vonden ze het domste wat je kon doen. Je wist, volgens hen, wat je had en niet wat je kreeg. Heel vroeger was het trouwens nog erger. Toen betekende kritiek op je baas ontslag en amper nog eten , want uitkeringen waren er niet en over rechten had niemand het.’
‘Oké, wat het laatste betreft is de wereld gelukkig een stuk eerlijker geworden.’
‘Ja, toch. Jij zei net trouwens dat er vroeger veel minder of amper rottigheid was, maar vergis je niet. Ten eerste waren er weinig kranten, geen internet en amper tv waardoor er heel veel ellende onder de dekmantel bleef. Plus dat er natuurlijk veel minder mensen waren. Ruzies, vechtpartijen en moorden zijn er echter altijd geweest en of dat in verhouding minder was dan nu vraag ik me af. Vergeet trouwens niet dat men vroeger geen of veel minder last had van de gevolgen van drugs en alcohol. Verdovende middelen zoals we die nu kennen, waren er immers niet of misschien amper en drinken was ook veel minder ingeburgerd als tegenwoordig.’
Ernst knikt, maar blijft negatief.
‘Je verhaal klopt wel, maar je zult het toch met me eens moeten zijn dat het niet goed gaat met ons land.’
‘Natuurlijk hebben we betere tijden gekend, maar door te blijven roepen dat het allemaal waardeloos is en het vroeger veel beter was, wordt het nog veel beroerder.’
‘Oké, maar het zou ook raar zijn als iedereen stond te juichen en riep dat alles goed ging.’
‘Dat is het andere uiterste. Door negatief te blijven doen en continu te wijzen naar fouten die anderen maken, komen we echter geen steek verder. Er zijn zeker dingen fout gegaan en voor het meeste ook schuldigen aan te wijzen. Als er strafbare feiten zijn gepleegd, moeten die trouwens bestraft worden. Fouten maken doet echter iedereen en dat gebeurt op elk niveau.’
‘Wat denk jij dan dat er zou moeten gebeuren?’
‘Ik ben geen econoom en heb daarnaast niet het verstand om alle problemen op te lossen. Volgens mij kan niemand dat trouwens en zullen we altijd met dingen blijven zitten die niet goed gaan. Als iedereen echter eens bij zichzelf te rade ging of de bijdrage die hij of zij aan dit land levert wel zo positief is en niet beter kan, hadden we echter al een flinke stap in de goede richting gezet.’
Blikje jaaaa geslaagd stippen. Bruin vlak
met zwarte tekst en hartje. Leuk om de geslaagde cadeau te
doen en geweldig om als geslaagde te krijgen. Het blikje wordt
zonder inhoud geleverd maar kan door u worden gevuld.
KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES
met zwarte tekst en hartje. Leuk om de geslaagde cadeau te
doen en geweldig om als geslaagde te krijgen. Het blikje wordt
zonder inhoud geleverd maar kan door u worden gevuld.
KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES