Omschrijving
Jan-Willem stapt even na vijf uur met een heerlijk gevoel op zijn fiets om naar huis te gaan. Ten eerste omdat hij morgen voor een weekendje met zijn vriendin naar een vakantiepark gaat, maar ook omdat hij promotie heeft gemaakt.
Hij wordt, ondanks zijn jonge leeftijd, namelijk hoofd van de verkoop binnendienst en dat is een mooie beloning voor zijn werk, maar levert hem daarnaast een flinke loonsverhoging op.
Dat laatste komt precies op het juiste moment, want zijn vriendin, Wilma, en hij hebben plannen om te gaan samenwonen en een huis te kopen.
Dus komt wat extra salaris hen goed van pas als ze met de hypotheek aan de slag gaan. Omdat hij verwacht dat zijn meisje ook heel blij is met het mooie nieuws, besluit hij haar te bellen. Als hij haar alles heeft verteld, reageert ze echter veel minder opgetogen dan hij had verwacht.
‘Dat is natuurlijk mooi. Zeker omdat we een huis willen kopen. Denk alleen niet dat je er nu bent.’
‘Hoe bedoel je dat?’
‘Dat je nog verder door moet willen groeien. Jullie directeur is bijvoorbeeld dik vijftig, dus lijkt me het een mooi doel om hem op termijn op te volgen. Als je het als hoofd van de binnendienst goed doet, zie ik trouwens niet in waarom dat niet zou lukken. Je moet echter wel aan iedereen laten merken dat je ambitieus bent. Hoofd van de hele verkoop, dus ook van de buitendienst, lijkt me trouwens een perfecte tussenstap voor je.’
Jan-Willem is even stil, want zo heeft hij nog niet over zijn toekomst nagedacht en hij betwijfelt of hij dat ooit gaat doen. Hij vindt Wilma geweldig en is er trots op dat hij zo’n beeldschone partner heeft, maar wat dit betreft denkt hij anders dan zij. Gelukkig worden is voor hem namelijk veel belangrijker dan iets bereiken.
Om geen ruzie te krijgen, gaat hij niet op haar woorden in en gelukkig voor hem begint ze over iets anders. Als ze afscheid hebben genomen, fietst hij echter wat teleurgesteld naar huis. Het is hem de laatste tijd namelijk al vaker opgevallen dat Wilma’s leven heel erg draait om hoe mooi en goed anderen hen vinden. Vanwege haar uiterlijk en alle aandacht die ze daardoor krijgt, is dat misschien niet raar. Hoewel er steeds vaker momenten zijn dat hij zich eraan stoort, heeft hij dus wel begrip voor haar en daarom kent hij geen zorgen voor de toekomst.
Omdat Wilma vanavond naar school moet en hij geen zin heeft om de hele avond alleen te zijn, besluit hij naar een kroeg te gaan waar hij vroeger veel kwam.
Als hij daar even aan de bar heeft gezeten, ziet hij een rolstoel binnenkomen en schrikt hij zich rot als het tot hem doordringt wie erin zit. Dat is Petra namelijk, een meisje waar hij zowel mee op de lagere school als op het VWO heeft gezeten. Hoewel hij haar al heel lang niet heeft gezien, is hij wel erg benieuwd wat er met haar is gebeurd.
Ondanks dat hij niet goed weet wat hij tegen zijn oude klasgenoot zeggen moet, loopt hij daarom naar haar toe.
‘Hoi. Dat is een tijd geleden. Wil je wat drinken?’
‘Lekker. Ik lust wel een wit wijntje.’
Als Jan-Willem met de drankjes bij Petra is gaan zitten, besluit hij gewoon te vragen wat er met haar is en vooral eerlijk te zijn.
‘Ik vind het heel moeilijk om de juiste woorden te vinden, want ik schrok nogal toen ik je binnen zag komen. Wat is er met je en hoe gaat het?’
‘Je hebt in ieder geval het lef om tegen me te praten. Sinds ik in deze stoel zit, zijn er namelijk meerdere mensen die alleen angstvallig naar me kijken en geen woord meer tegen me zeggen. Dat ze het daardoor nog veel moeilijker voor me maken dan het al is, hebben ze blijkbaar niet door. Maar goed, het zij zo. Je vroeg echter wat er is gebeurd. Ik ben drie jaar geleden aangereden door een dronken automobilist. Het schijnt er eerst heel slecht voor me uitgezien te hebben, maar het is gelukkig nog meegevallen. Ik zal alleen nooit meer kunnen lopen.’
Jan-Willem moet even slikken en verbaast zich nogal over Petra’s vrolijke gezicht.
‘Is je innerlijk net zo opgeruimd als je uiterlijk? Ik kan me namelijk voorstellen dat het een hele klap voor je is geweest en nog is om niet meer te kunnen lopen. Je was immers een sportieve en actieve meid die altijd wel ergens mee bezig was.’
‘Dat ben ik nog. Ik doe namelijk aan rolstoeltennis en rolstoelbasketbal en heb al een paar keer aan de rolstoelvierdaagse in Delden meegedaan. Natuurlijk heb ik mijn mindere momenten en net na het ongeluk heb ik in een heel diep dal gezeten. Ik ben echter pas 24 en wil niet stoppen met leven, maar nog heel veel leuke dingen doen en dat kan ook in een rolstoel. Mijn grootste probleem is daarom dat de mensen zo anders tegen me zijn gaan doen.’
‘Hoe bedoel je dat laatste?’
‘Dat velen me zielig vinden en dat wil ik niet zijn en ben ik trouwens ook niet. Ja, ik zit in een rolstoel, maar verder ben ik erg gelukkig en dat kan niet ieder valide mens me nazeggen. Natuurlijk kan ik dingen niet meer, want echt uitgaan is voorbij. In een volle kroeg is immers geen ruimte voor mijn stoel en daarom ben ik, om thuis weg te zijn, vaak hier te vinden. Al ben jij de eerste in al die tijd dat ik hier kom die echt met me praat en daar ben ik heel blij mee. Ik heb je hier trouwens nog nooit eerder gezien.’
‘Dat klopt.’
Jan-Willem twijfelt even, maar vertelt dan eerlijk over Wilma en hun plannen voor de toekomst.
Als hij tijdens zijn verhaal het gezicht van Petra ziet betrekken, heeft hij echter al snel spijt van zijn verhaal en dat wordt nog erger als ze reageert op zijn woorden.
‘Dat is heel leuk voor jou, maar helaas niet voor mij. Ik had namelijk even de hoop dat ik eindelijk iemand gevonden had waar ik een goed en leuk gesprek mee kon voeren. Een partner zal ik wel nooit vinden, maar de hoop op een goede vriend of vriendin heb ik namelijk nog niet opgegeven. Als jij gaat samenwonen, snap ik echter dat je geen tijd hebt om elke keer hierheen te komen.’
Zonder dat Jan-Willen goed nadenkt over wat hij zegt, geeft hij antwoord.
‘We hebben nog geen huis op het oog en weten ook niet hoeveel hypotheek we kunnen krijgen, dus woon ik voorlopig nog thuis. Omdat mijn vriendin donderdags naar school moet, lijkt het me dus erg gezellig om met jou af te spreken.’
‘Dat zou top zijn, maar vindt zij dat wel goed?’
‘Waarom niet? We doen toch niets anders dan kletsen en als ze me niet vertrouwt, kunnen we volgens mij beter niet gaan samenwonen.’
‘Dat is inderdaad zo.’
Als Jan-Willem zijn vriendin over Petra vertelt, reageert ze op een manier waar heel duidelijk haar karakter in te herkennen is.’
‘Wat zielig voor dat meisje en wat goed van je om haar aandacht te geven. Zo leuk zal haar leven immers niet meer zijn nu dat ongeluk haar toekomst naar de knoppen heeft geholpen. Besteedt ze nog wel genoeg aandacht aan zichzelf of is de echte drive uit haar leven verdwenen?’
Jan-Willem wil eerst vertellen dat Petra erg gelukkig is, maar heeft niet het gevoel dat Wilma dit begrijpt en daarom besluit hij alleen te zeggen dat het goed met haar gaat.
Het meisje in de rolstoel wordt zijn vaste uitgaansmaatje voor de donderdagavonden. Die gaat hij niet alleen steeds gezelliger, maar ook hoe langer hoe waardevoller vinden. Vooral vanwege Petra’s optimistische kijk op het leven en haar gave om onderscheid te maken tussen wat belangrijk is en wat niet. Na een tijdje krijgt hij daarom een steeds sterkere drang om haar vaker dan één keer per week te zien.
Door Petra wordt hij ook een totaal ander mens met een voor hem nieuwe kijk op het leven. Dat is voor Wilma, die beseft dat hij toch niet de persoon is die ze altijd dacht dat hij was, echter een reden om met hem te breken. Dat is voor Jan-Willem een enorme klap die hij, ondanks de hulp van Petra, heel moeilijk kan verwerken.
Hoewel hij er alles aan doet om zijn gevoel tegen te houden, bloeit er door de openhartige en diepgaande gesprekken uiteindelijk een allesbeheersende liefde tussen Petra en hem op.
Dat is er één met soms wat beperkingen, maar vooral met de rijkdom dat ze elkaar gelukkig weten te maken met de eenvoudige dagelijkse dingen van het leven.
Hij wordt, ondanks zijn jonge leeftijd, namelijk hoofd van de verkoop binnendienst en dat is een mooie beloning voor zijn werk, maar levert hem daarnaast een flinke loonsverhoging op.
Dat laatste komt precies op het juiste moment, want zijn vriendin, Wilma, en hij hebben plannen om te gaan samenwonen en een huis te kopen.
Dus komt wat extra salaris hen goed van pas als ze met de hypotheek aan de slag gaan. Omdat hij verwacht dat zijn meisje ook heel blij is met het mooie nieuws, besluit hij haar te bellen. Als hij haar alles heeft verteld, reageert ze echter veel minder opgetogen dan hij had verwacht.
‘Dat is natuurlijk mooi. Zeker omdat we een huis willen kopen. Denk alleen niet dat je er nu bent.’
‘Hoe bedoel je dat?’
‘Dat je nog verder door moet willen groeien. Jullie directeur is bijvoorbeeld dik vijftig, dus lijkt me het een mooi doel om hem op termijn op te volgen. Als je het als hoofd van de binnendienst goed doet, zie ik trouwens niet in waarom dat niet zou lukken. Je moet echter wel aan iedereen laten merken dat je ambitieus bent. Hoofd van de hele verkoop, dus ook van de buitendienst, lijkt me trouwens een perfecte tussenstap voor je.’
Jan-Willem is even stil, want zo heeft hij nog niet over zijn toekomst nagedacht en hij betwijfelt of hij dat ooit gaat doen. Hij vindt Wilma geweldig en is er trots op dat hij zo’n beeldschone partner heeft, maar wat dit betreft denkt hij anders dan zij. Gelukkig worden is voor hem namelijk veel belangrijker dan iets bereiken.
Om geen ruzie te krijgen, gaat hij niet op haar woorden in en gelukkig voor hem begint ze over iets anders. Als ze afscheid hebben genomen, fietst hij echter wat teleurgesteld naar huis. Het is hem de laatste tijd namelijk al vaker opgevallen dat Wilma’s leven heel erg draait om hoe mooi en goed anderen hen vinden. Vanwege haar uiterlijk en alle aandacht die ze daardoor krijgt, is dat misschien niet raar. Hoewel er steeds vaker momenten zijn dat hij zich eraan stoort, heeft hij dus wel begrip voor haar en daarom kent hij geen zorgen voor de toekomst.
Omdat Wilma vanavond naar school moet en hij geen zin heeft om de hele avond alleen te zijn, besluit hij naar een kroeg te gaan waar hij vroeger veel kwam.
Als hij daar even aan de bar heeft gezeten, ziet hij een rolstoel binnenkomen en schrikt hij zich rot als het tot hem doordringt wie erin zit. Dat is Petra namelijk, een meisje waar hij zowel mee op de lagere school als op het VWO heeft gezeten. Hoewel hij haar al heel lang niet heeft gezien, is hij wel erg benieuwd wat er met haar is gebeurd.
Ondanks dat hij niet goed weet wat hij tegen zijn oude klasgenoot zeggen moet, loopt hij daarom naar haar toe.
‘Hoi. Dat is een tijd geleden. Wil je wat drinken?’
‘Lekker. Ik lust wel een wit wijntje.’
Als Jan-Willem met de drankjes bij Petra is gaan zitten, besluit hij gewoon te vragen wat er met haar is en vooral eerlijk te zijn.
‘Ik vind het heel moeilijk om de juiste woorden te vinden, want ik schrok nogal toen ik je binnen zag komen. Wat is er met je en hoe gaat het?’
‘Je hebt in ieder geval het lef om tegen me te praten. Sinds ik in deze stoel zit, zijn er namelijk meerdere mensen die alleen angstvallig naar me kijken en geen woord meer tegen me zeggen. Dat ze het daardoor nog veel moeilijker voor me maken dan het al is, hebben ze blijkbaar niet door. Maar goed, het zij zo. Je vroeg echter wat er is gebeurd. Ik ben drie jaar geleden aangereden door een dronken automobilist. Het schijnt er eerst heel slecht voor me uitgezien te hebben, maar het is gelukkig nog meegevallen. Ik zal alleen nooit meer kunnen lopen.’
Jan-Willem moet even slikken en verbaast zich nogal over Petra’s vrolijke gezicht.
‘Is je innerlijk net zo opgeruimd als je uiterlijk? Ik kan me namelijk voorstellen dat het een hele klap voor je is geweest en nog is om niet meer te kunnen lopen. Je was immers een sportieve en actieve meid die altijd wel ergens mee bezig was.’
‘Dat ben ik nog. Ik doe namelijk aan rolstoeltennis en rolstoelbasketbal en heb al een paar keer aan de rolstoelvierdaagse in Delden meegedaan. Natuurlijk heb ik mijn mindere momenten en net na het ongeluk heb ik in een heel diep dal gezeten. Ik ben echter pas 24 en wil niet stoppen met leven, maar nog heel veel leuke dingen doen en dat kan ook in een rolstoel. Mijn grootste probleem is daarom dat de mensen zo anders tegen me zijn gaan doen.’
‘Hoe bedoel je dat laatste?’
‘Dat velen me zielig vinden en dat wil ik niet zijn en ben ik trouwens ook niet. Ja, ik zit in een rolstoel, maar verder ben ik erg gelukkig en dat kan niet ieder valide mens me nazeggen. Natuurlijk kan ik dingen niet meer, want echt uitgaan is voorbij. In een volle kroeg is immers geen ruimte voor mijn stoel en daarom ben ik, om thuis weg te zijn, vaak hier te vinden. Al ben jij de eerste in al die tijd dat ik hier kom die echt met me praat en daar ben ik heel blij mee. Ik heb je hier trouwens nog nooit eerder gezien.’
‘Dat klopt.’
Jan-Willem twijfelt even, maar vertelt dan eerlijk over Wilma en hun plannen voor de toekomst.
Als hij tijdens zijn verhaal het gezicht van Petra ziet betrekken, heeft hij echter al snel spijt van zijn verhaal en dat wordt nog erger als ze reageert op zijn woorden.
‘Dat is heel leuk voor jou, maar helaas niet voor mij. Ik had namelijk even de hoop dat ik eindelijk iemand gevonden had waar ik een goed en leuk gesprek mee kon voeren. Een partner zal ik wel nooit vinden, maar de hoop op een goede vriend of vriendin heb ik namelijk nog niet opgegeven. Als jij gaat samenwonen, snap ik echter dat je geen tijd hebt om elke keer hierheen te komen.’
Zonder dat Jan-Willen goed nadenkt over wat hij zegt, geeft hij antwoord.
‘We hebben nog geen huis op het oog en weten ook niet hoeveel hypotheek we kunnen krijgen, dus woon ik voorlopig nog thuis. Omdat mijn vriendin donderdags naar school moet, lijkt het me dus erg gezellig om met jou af te spreken.’
‘Dat zou top zijn, maar vindt zij dat wel goed?’
‘Waarom niet? We doen toch niets anders dan kletsen en als ze me niet vertrouwt, kunnen we volgens mij beter niet gaan samenwonen.’
‘Dat is inderdaad zo.’
Als Jan-Willem zijn vriendin over Petra vertelt, reageert ze op een manier waar heel duidelijk haar karakter in te herkennen is.’
‘Wat zielig voor dat meisje en wat goed van je om haar aandacht te geven. Zo leuk zal haar leven immers niet meer zijn nu dat ongeluk haar toekomst naar de knoppen heeft geholpen. Besteedt ze nog wel genoeg aandacht aan zichzelf of is de echte drive uit haar leven verdwenen?’
Jan-Willem wil eerst vertellen dat Petra erg gelukkig is, maar heeft niet het gevoel dat Wilma dit begrijpt en daarom besluit hij alleen te zeggen dat het goed met haar gaat.
Het meisje in de rolstoel wordt zijn vaste uitgaansmaatje voor de donderdagavonden. Die gaat hij niet alleen steeds gezelliger, maar ook hoe langer hoe waardevoller vinden. Vooral vanwege Petra’s optimistische kijk op het leven en haar gave om onderscheid te maken tussen wat belangrijk is en wat niet. Na een tijdje krijgt hij daarom een steeds sterkere drang om haar vaker dan één keer per week te zien.
Door Petra wordt hij ook een totaal ander mens met een voor hem nieuwe kijk op het leven. Dat is voor Wilma, die beseft dat hij toch niet de persoon is die ze altijd dacht dat hij was, echter een reden om met hem te breken. Dat is voor Jan-Willem een enorme klap die hij, ondanks de hulp van Petra, heel moeilijk kan verwerken.
Hoewel hij er alles aan doet om zijn gevoel tegen te houden, bloeit er door de openhartige en diepgaande gesprekken uiteindelijk een allesbeheersende liefde tussen Petra en hem op.
Dat is er één met soms wat beperkingen, maar vooral met de rijkdom dat ze elkaar gelukkig weten te maken met de eenvoudige dagelijkse dingen van het leven.

Blikje juf bedankt roze. Leuk kleurig blikje voor de
juf. Om haar te bedanken voor alles. Een klein,
maar waardevol kadootje. Blikje wordt zonder inhoud
geleverd, maar kan door u worden gevuld.
In twee formaten leverbaar.
KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES
juf. Om haar te bedanken voor alles. Een klein,
maar waardevol kadootje. Blikje wordt zonder inhoud
geleverd, maar kan door u worden gevuld.
In twee formaten leverbaar.
KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES