Spanning om de zorg

Model: Spanning om de zorg
4,95 Excl. BTW: €4,95

0

Omschrijving

Als Marijke tegen tien uur bij haar moeder de kamer binnenloopt, valt het haar op dat het mensje een bedrukte trek op haar gezicht heeft. Omdat ze weet dat haar ma het nooit zegt als er wat is, besluit ze te proberen om er via een omweggetje achter te komen. Ze vindt het namelijk vreselijk als haar moedertje zich ergens druk over maakt en wil haar daarom zo snel mogelijk helpen.
‘Goedemorgen, ma. Hoe is het met je? Was de thuiszorg laat dat je de koffie nog niet klaar hebt?’
‘O, sorry. Ik ben helemaal vergeten om dat ding aan te doen, maar loop gelijk naar de keuken. Of heb je soms ook haast?’
‘Wie heeft dat nog meer dan?’
‘O, ik bedoel er niemand mee, maar iedereen is tegenwoordig toch druk?’
‘Dat klopt, maar ik heb gelukkig niet zo vaak haast. Blijf trouwens maar zitten, dan zet ik de koffie wel even aan. Je hebt er vast ook nog wel iets bij.’
‘Natuurlijk. Pak maar wat. Je weet waar alles staat.’

Marijke loopt met een onbestemd gevoel naar de keuken. Aan alles is namelijk te merken dat haar moeder niet zo is als anders en daar maakt ze zich zorgen over. Vooral omdat ze niet weet wat er is en er van alles kan zijn. Ze kan zich lichamelijk niet in orde voelen, maar ook wel eenzaam of bang zijn. Zeker nu ze zonder haar man in dit levensgrote huis woont. Ze kan hier daarom, in tegenstelling tot wat ze tot nu toe heeft beweerd, wel weg willen om in een verzorgingshuis te gaan wonen en dat vinden zowel Marijke als haar zus geen probleem. Het gaat hen namelijk om het welzijn van hun moeder en niet om de erfenis die op die manier veel lager uit zal vallen.

De vraag is alleen hoe ze erachter komt wat er is. Hoewel ze dus niet verwacht dat haar moeder meteen eerlijk antwoord geeft, neemt ze na even toch het besluit om ernaar te vragen. Als ze niets doet, loopt ze namelijk de kans dat het probleem nog groter wordt en dat wil ze niet.

Als ze een paar minuten later met de koffie en voor ieder een koek bij haar moeder komt, doet ze daarom een poging om achter de waarheid te komen.
‘Ik wil je iets vragen en hoop dat je me eerlijk antwoord geeft. Wat is er?’
‘Niets. Wat zou er moeten zijn? Ik voel me gezond, kan alles kopen wat ik wil, ga een paar middagen per week naar het buurthuis, krijg regelmatig visite, ga gedurig weg en heb dus niets om over te klagen.’
‘Dat is fijn om te horen, maar je kijkt zo triest en je lijkt me erg nerveus. Omdat je anders altijd rustig en opgeruimd bent, maak ik me dus zorgen.’
‘Dat is echt niet nodig, want er is niets aan de hand.’
‘Oké, mooi dan dat ik me vergist heb,’

Omdat Marijke niet wil blijven zeuren, begint ze over het nieuws uit de krant en omdat haar moeder daar erg geïnteresseerd in is, zijn ze al vlot druk in gesprek.
Toch blijft ze het gevoel houden dat er iets met haar ma is en daarom begint ze, net voor ze naar huis gaat, nog een keer over haar zorgen.
‘Ik hoor je trouwens niet over de thuiszorg. Heb je elke keer dezelfde hulp of steeds een ander en zijn ze aardig of valt het tegen?’
‘Die dames zijn erg vriendelijk en behulpzaam, dus dat is het probleem niet.’
‘Wat dan wel?’
‘Niets, maar dat zei ik toch net ook al.’

Marijke meent nu zeker te weten dat er iets is en daarom besluit ze opnieuw een poging te doen om haar aan de praat te krijgen.
‘Ma, je kunt het mooi vertellen en goed toneelspelen, maar je maakt mij niets wijs. Er is wel wat en daar kun je beter eerlijk over zijn. Met je gezondheid kunnen we je niet helpen, maar aan de rest doen we graag iets.’

‘Misschien stel ik me wel aan.’
‘Dat kan ik pas beoordelen als ik weet wat er is. Gaat het over de thuiszorg?’
‘Waarom denk je dat?’
‘Dat denk ik niet, maar als jij niets zegt, ga ik raden.’
‘Die vrouwen zijn, zoals ik al zei, erg vriendelijk en doen hun werk perfect.’
‘Daar twijfel ik ook geen niet aan, maar er is volgens mij wel iets met ze. Is er soms gezegd dat je binnenkort een man als hulp krijgt en wil je dat niet.’
‘Nee, dat is het niet.’
‘Wat dan wel, ma.’

Marijkes moeder heeft een vuurrode kleur gekregen, maar zegt nog steeds niet wat er aan de hand is.
‘Ma, je weet toch dat je me alles vertellen kunt en ik je nooit dom of kinderachtig vind. Jij hebt mij echter al vanaf dat ik een baby was overal mee geholpen, dus wil ik jou nu ook proberen te helpen. Maak het jezelf daarom gemakkelijker en vertel waar je mee zit.’

Marijkes laatste woorden zijn blijkbaar genoeg om haar moeder op andere gedachten te brengen, want nadat ze eerst nog even voor zich uit heeft zitten staren, komt het hoge woord er uit.
‘Ik word erg nerveus, bang en onzeker van de dames. Ze komen namelijk altijd met een enorme vaart de straat in rijden, springen hun auto uit, zijn eerder bij de deur als ik en doen dan vlug wat ze moeten doen. Voor een praatje hebben ze geen tijd en voor een kopje koffie al helemaal niet.’

Omdat Marijkes moeder tranen in haar ogen heeft gekregen, veegt ze die eerst weg voor ze verder praat.
‘Het ergste is dat ik met hun gehaast mee ga doen en afgelopen week twee keer bijna gevallen ben omdat ik mijn voeten niet goed optilde en over een drempel struikelde. Als ze weg zijn, heb ik ook even tijd nodig om tot rust te komen en dat wordt steeds erger. Die vrouwen zijn dus prima, maar ik heb er al over gedacht om ze af te zeggen en te kijken of ik een andere oplossing kan vinden.’

Marijke begrijpt haar moeder wel en zou het geen probleem vinden om de rol van de thuiszorg over te nemen. Ze beseft echter dat ze dit dan doet uit medelijden en het waarschijnlijk geen wijs besluit van haar is. Het helpen is namelijk niet voor één keer, maar misschien wel voor jaren en ook tijdens de vakanties en als zijzelf een keer ziek is. Plus dat het ook ’s avonds is en ze dus niet meer op visite kunnen of mensen uit kunnen nodigen.

Daarom pakt ze de hand van haar moeder en begint ze te praten.
‘Dat die dames zo'n haast hebben ligt niet aan hen, maar aan de overheid. De zorg mag namelijk steeds minder kosten en daarom is precies berekend wat ze in welke tijd moeten doen. Zij hebben een vastgestelde tijd voor jou en ook voor hun andere klanten en daar dienen ze zich aan te houden. Omdat die tijd niet ruim is, moeten ze flink doorwerken. Verder willen ze liever niet uitlopen, want anders zijn ze te laat op hun volgende adres. Ik weet zeker dat zij graag bij iedereen een praatje maakten en hier en daar wat dronken, maar dat kan dus niet. Dat is overal zo en ook in de tehuizen is er enorm bezuinigd.’

‘Het komt er dus op neer dat ik zeur.’
‘Nee, natuurlijk niet.’
‘Maar als het niet anders kan, zal ik me er toch bij neer moeten leggen en moeten proberen om aan dat gehaast te wennen?’
‘Het klinkt ongevoelig wat ik ga zeggen, maar ik denk ook wel dat je eraan went. Al moeten er manieren zijn om het een stukje gemakkelijker voor je te maken.’
‘Zeker door jou te vragen of jij me helpen, maar dat wil ik niet.’
‘Dat zou ook niet verstandig zijn. Je kunt je verhaal echter tegen de dames van de thuiszorg vertellen en als je daar moeite mee hebt, wil ik daar best bij zijn.’

‘Oké, maar wat heeft dat voor zin als er toch geen oplossing te vinden is.’
‘Dat weet ik niet, maar praten is altijd goed. Misschien kun je ze bijvoorbeeld zover krijgen dat ze je een berichtje sturen hoe laat ze er ongeveer zijn. Dan heb jij de tijd om je vast een beetje voor te bereiden en hoef je je niet zo te haasten als je ze aan ziet komen. Plus dat een sleutelkastje eveneens helpen kan, want dan hoef je niet meer voor ze naar de deur en kun je meteen naar de slaap- of de badkamer lopen en dat scheelt heel veel gehaast ’

Het blijft even stil, maar dan ziet Marijke haar moeder voor het eerst vanochtend weer kijken zoals ze van haar gewend is.
‘Ik ben blij dat ik het verteld heb en wil jij bij dat gesprek met de thuiszorg zijn?’
‘Natuurlijk.’
Blikje jaaaa geslaagd bruin met lijntjes en stippen
Blikje jaaaa geslaagd bruin met lijntjes en stippen. Bruin vlak
met zwarte tekst en hartje. Leuk om de geslaagde cadeau te
doen. Het blikje wordt zonder inhoud geleverd maar kan 
door u worden gevuld.

KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES