Omschrijving
Egbert komt met een kwaad gezicht thuis van zijn werk en barst, als hij zijn vrouw Marijke ziet, meteen los.
‘Heb jij gisteren het journaal nog gezien? Ik namelijk niet, maar mijn collega’s waren er vol van.’
‘Nee, ik ben met de buurvrouw wezen wandelen en daarna heb ik een boek gelezen. Hoezo trouwens?’
‘Een kerel schijnt te hebben gezegd dat we, ondanks alle voorlichting, nog steeds te ongezond leven en onder andere te veel suiker gebruiken. Je wordt toch gek van alle mensen die niets anders doen dan zich met het leven van een ander bemoeien.’
Marijke is, net als altijd, wat gematigder in haar oordeel dan Egbert.
‘Ik ben het wel met je eens dat we een beetje aan het doorslaan zijn. Alles wat tegenwoordig niet duurzaam of vega is, is niet goed en het lijkt een doodzonde om vlees te eten of suiker te gebruiken. Daarnaast word ik een beetje moe van dat belerende toontje waarop veel mensen een ander vertellen hoe ze moeten leven. Het gaat me echter te ver om alles gezeur te noemen wat ze zeggen. We kunnen namelijk best wat zuiniger op de wereld en onszelf zijn.’
Egbert reageert nogal opgefokt.
‘Ik vind het wel gezanik en het valt me van je tegen dat jij daar anders over denkt. Ik hoef me toch geen zorgen te maken dat jij binnenkort ook gezond wil leven. Als jij dat doet, ben ik namelijk genoodzaakt om mee te doen en daar heb ik geen zin in. Als je plannen in die richting hebt, zou ik ze daarom maar snel uit mijn hoofd zetten. De kans dat ik van gedachten verander is namelijk minimaal.’
Marijke pakt Egbert grijnzend bij zijn schouder.
‘Ik heb me nog nooit met jouw manier van leven bemoeid, want ik weet hoeveel jij van je biertje, je borreltje en lekker eten en snoepen houdt. Al is het wel zo dat je best wat kilootjes kwijt kunt. Zeker nu je wat ouder wordt en heb je er trouwens nooit last van dat je buik in de weg zit of kortademig bent?’
‘Ik heb zwaar werk, ben de hele dag in weer en wind buiten en lust daarom
’s avonds graag een biertje, een flink bord eten en iets te snoepen. Vooral omdat dit, op jou na natuurlijk, het enige is wat mijn leven nog plezierig maakt. Voor de rest wordt het namelijk steeds beroerder. In de media hoor en lees je alleen over oorlogen en andere conflicten. We krijgen steeds minder te besteden en dan zwijg ik maar over het gezeur wat ik alle dagen op mijn werk hoor. De meeste mensen krijgen namelijk een steeds korter lontje en velen zijn hem zelfs kwijt. Met een hapje en een drankje kan ik die ellende een beetje vergeten en daarom ben ik niet van plan om ermee te stoppen.’
‘Egbert, je maakt het probleem veel te groot. Ik kan me namelijk best voorstellen dat je na een dag hard werken graag iets lust en wat je over alle ellende van tegenwoordig zegt, is waar. Er moet echter ook een tussenweg te vinden zijn en je moet naar de toekomst kijken.’
‘Hoezo? Als ik denk aan wat ons met een beetje pech te wachten staat, ga ik namelijk nog veel meer eten en vooral drinken.’
‘Zo bedoel ik het niet. Je zei net echter dat je iedere dag buiten bent en zwaar werk hebt en dat is zo, maar hoelang heb je nog werk? Je zegt immers dat het slecht gaat op de zaak en jullie best eens overgenomen kunnen worden. Als dat gebeurt, moet je rekening houden met een reorganisatie en zul je als iemand van 55 niet de laatste zijn die eruit gaat. Daarnaast kan je huidige werkgever nog wel meer werk gaan afstoten en met minder personeel verdergaan. Tot slot kun je over een jaar of zeven met pensioen of hoe ze dat tegenwoordig noemen.’
‘Oké, maar wat zegt dat?’
‘Dat je nu iedere dag bezig bent en veel van wat je binnenkrijgt weer verbrandt. Als je alle dagen in de stoel zit en maar af en toe iets doet, groei je met deze levensstijl echter dicht en dat is niet goed of zelfs slecht voor je gezondheid.’
Egbert knikt, maar denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen.
‘Je hebt wel gelijk. Als ik echt te dik word, merk ik dat echter gauw genoeg en kan ik toch wat aan mijn gewicht doen?’
‘Je verhaal klinkt leuk, maar ik voorspel je dat dit gemakkelijker gezegd dan gedaan is. Dat dikker worden gaat namelijk niet met kilo’s tegelijk, maar geleidelijk en daarom heb je het pas door als het te gek is geworden. Om het er dan af te krijgen, is, zeker voor een levensgenieter als jij, heel erg moeilijk.’
Egbert is nog steeds niet overtuigd.
‘Zou je echt zoveel dikker worden als je minder beweegt?’
‘Absoluut. Kijk maar eens naar de jeugd. Die spelen minder op straat, doen minder aan sport, zitten veel achter hun laptop, eten steeds ongezonder en velen hebben last van overgewicht. Ik begrijp dat je het beroerd vindt om te minderen met eten en drinken, maar het is echt beter voor je. Denk trouwens niet dat ik, net als veel anderen, wil bepalen hoe jij leeft, want ik zeg dit alleen om je te behoeden voor ellende en omdat ik van je hou. Er is trouwens nog wat anders.’
‘Vertel.’
‘Nu is het verstandig om wat te minderen, maar je hoeft nog niets. Als je een aantal kilo’s dikker bent en bij een dokter terechtkomt, ben je echter verplicht om af te vallen en dan gaat het veel moeilijker. Dan mag je namelijk niets meer wat niet goed voor je is en nu kun je best zo af en toe een keer zondigen.’
Egbert grijnst, maar zegt niets. Ze zwijgen ook over zijn manier van leven en Marijke vraagt zich tijdens het koken diverse keren af of hij iets gaat doen met haar woorden. Tijdens het eten is daar niets van te merken, maar ’s avonds na de koffie komt er dit keer alleen een drankje en geen chips op tafel. Plus dat hij na twee biertjes stopt en geen derde neemt. Eerst wil ze daar iets over zeggen, maar dan beseft ze dat het leuker is om dit niet te doen. Als ze tegen elf uur besluiten om te gaan slapen, kan ze zich echter niet meer bedwingen.
‘Je bent een kanjer.’
‘Bedankt voor je wijze woorden, want je had gelijk. Als ik nu vast wat minder, kan ik namelijk blijven genieten van alles wat ik lekker vind en hoef ik over een paar jaar niet op rantsoen. Je mag trouwens best wat anders gaan koken. Ik wil het woord gezonder nog niet in mijn mond nemen, maar beloof me alsjeblieft dat je het niet te gek maakt.’
‘Komt goed. Laten we trouwens afspreken dat je het gewoon zegt als ik een nieuw recept probeer en je het niets vindt. Samen komen we hier echt wel uit.’
‘Absoluut.’
‘Heb jij gisteren het journaal nog gezien? Ik namelijk niet, maar mijn collega’s waren er vol van.’
‘Nee, ik ben met de buurvrouw wezen wandelen en daarna heb ik een boek gelezen. Hoezo trouwens?’
‘Een kerel schijnt te hebben gezegd dat we, ondanks alle voorlichting, nog steeds te ongezond leven en onder andere te veel suiker gebruiken. Je wordt toch gek van alle mensen die niets anders doen dan zich met het leven van een ander bemoeien.’
Marijke is, net als altijd, wat gematigder in haar oordeel dan Egbert.
‘Ik ben het wel met je eens dat we een beetje aan het doorslaan zijn. Alles wat tegenwoordig niet duurzaam of vega is, is niet goed en het lijkt een doodzonde om vlees te eten of suiker te gebruiken. Daarnaast word ik een beetje moe van dat belerende toontje waarop veel mensen een ander vertellen hoe ze moeten leven. Het gaat me echter te ver om alles gezeur te noemen wat ze zeggen. We kunnen namelijk best wat zuiniger op de wereld en onszelf zijn.’
Egbert reageert nogal opgefokt.
‘Ik vind het wel gezanik en het valt me van je tegen dat jij daar anders over denkt. Ik hoef me toch geen zorgen te maken dat jij binnenkort ook gezond wil leven. Als jij dat doet, ben ik namelijk genoodzaakt om mee te doen en daar heb ik geen zin in. Als je plannen in die richting hebt, zou ik ze daarom maar snel uit mijn hoofd zetten. De kans dat ik van gedachten verander is namelijk minimaal.’
Marijke pakt Egbert grijnzend bij zijn schouder.
‘Ik heb me nog nooit met jouw manier van leven bemoeid, want ik weet hoeveel jij van je biertje, je borreltje en lekker eten en snoepen houdt. Al is het wel zo dat je best wat kilootjes kwijt kunt. Zeker nu je wat ouder wordt en heb je er trouwens nooit last van dat je buik in de weg zit of kortademig bent?’
‘Ik heb zwaar werk, ben de hele dag in weer en wind buiten en lust daarom
’s avonds graag een biertje, een flink bord eten en iets te snoepen. Vooral omdat dit, op jou na natuurlijk, het enige is wat mijn leven nog plezierig maakt. Voor de rest wordt het namelijk steeds beroerder. In de media hoor en lees je alleen over oorlogen en andere conflicten. We krijgen steeds minder te besteden en dan zwijg ik maar over het gezeur wat ik alle dagen op mijn werk hoor. De meeste mensen krijgen namelijk een steeds korter lontje en velen zijn hem zelfs kwijt. Met een hapje en een drankje kan ik die ellende een beetje vergeten en daarom ben ik niet van plan om ermee te stoppen.’
‘Egbert, je maakt het probleem veel te groot. Ik kan me namelijk best voorstellen dat je na een dag hard werken graag iets lust en wat je over alle ellende van tegenwoordig zegt, is waar. Er moet echter ook een tussenweg te vinden zijn en je moet naar de toekomst kijken.’
‘Hoezo? Als ik denk aan wat ons met een beetje pech te wachten staat, ga ik namelijk nog veel meer eten en vooral drinken.’
‘Zo bedoel ik het niet. Je zei net echter dat je iedere dag buiten bent en zwaar werk hebt en dat is zo, maar hoelang heb je nog werk? Je zegt immers dat het slecht gaat op de zaak en jullie best eens overgenomen kunnen worden. Als dat gebeurt, moet je rekening houden met een reorganisatie en zul je als iemand van 55 niet de laatste zijn die eruit gaat. Daarnaast kan je huidige werkgever nog wel meer werk gaan afstoten en met minder personeel verdergaan. Tot slot kun je over een jaar of zeven met pensioen of hoe ze dat tegenwoordig noemen.’
‘Oké, maar wat zegt dat?’
‘Dat je nu iedere dag bezig bent en veel van wat je binnenkrijgt weer verbrandt. Als je alle dagen in de stoel zit en maar af en toe iets doet, groei je met deze levensstijl echter dicht en dat is niet goed of zelfs slecht voor je gezondheid.’
Egbert knikt, maar denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen.
‘Je hebt wel gelijk. Als ik echt te dik word, merk ik dat echter gauw genoeg en kan ik toch wat aan mijn gewicht doen?’
‘Je verhaal klinkt leuk, maar ik voorspel je dat dit gemakkelijker gezegd dan gedaan is. Dat dikker worden gaat namelijk niet met kilo’s tegelijk, maar geleidelijk en daarom heb je het pas door als het te gek is geworden. Om het er dan af te krijgen, is, zeker voor een levensgenieter als jij, heel erg moeilijk.’
Egbert is nog steeds niet overtuigd.
‘Zou je echt zoveel dikker worden als je minder beweegt?’
‘Absoluut. Kijk maar eens naar de jeugd. Die spelen minder op straat, doen minder aan sport, zitten veel achter hun laptop, eten steeds ongezonder en velen hebben last van overgewicht. Ik begrijp dat je het beroerd vindt om te minderen met eten en drinken, maar het is echt beter voor je. Denk trouwens niet dat ik, net als veel anderen, wil bepalen hoe jij leeft, want ik zeg dit alleen om je te behoeden voor ellende en omdat ik van je hou. Er is trouwens nog wat anders.’
‘Vertel.’
‘Nu is het verstandig om wat te minderen, maar je hoeft nog niets. Als je een aantal kilo’s dikker bent en bij een dokter terechtkomt, ben je echter verplicht om af te vallen en dan gaat het veel moeilijker. Dan mag je namelijk niets meer wat niet goed voor je is en nu kun je best zo af en toe een keer zondigen.’
Egbert grijnst, maar zegt niets. Ze zwijgen ook over zijn manier van leven en Marijke vraagt zich tijdens het koken diverse keren af of hij iets gaat doen met haar woorden. Tijdens het eten is daar niets van te merken, maar ’s avonds na de koffie komt er dit keer alleen een drankje en geen chips op tafel. Plus dat hij na twee biertjes stopt en geen derde neemt. Eerst wil ze daar iets over zeggen, maar dan beseft ze dat het leuker is om dit niet te doen. Als ze tegen elf uur besluiten om te gaan slapen, kan ze zich echter niet meer bedwingen.
‘Je bent een kanjer.’
‘Bedankt voor je wijze woorden, want je had gelijk. Als ik nu vast wat minder, kan ik namelijk blijven genieten van alles wat ik lekker vind en hoef ik over een paar jaar niet op rantsoen. Je mag trouwens best wat anders gaan koken. Ik wil het woord gezonder nog niet in mijn mond nemen, maar beloof me alsjeblieft dat je het niet te gek maakt.’
‘Komt goed. Laten we trouwens afspreken dat je het gewoon zegt als ik een nieuw recept probeer en je het niets vindt. Samen komen we hier echt wel uit.’
‘Absoluut.’

Blikje it's a girl ooievaar. Wit blikje met ster en
zwarte lijntjes en puntjes. Leuke kennisgeving van een geboorte.
Hartje op deksel. Het blikje wordt leeg geleverd, maar is door
u te vullen en in twee formaten leverbaar.
KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES