Kunnen opa en oma bij elkaar blijven?

Model: Kunnen opa en oma bij elkaar blijven?
4,95 Excl. BTW: €4,95

0

Omschrijving

Als Marry iets voor half twee ’s nachts een klap en een schreeuw hoort, is ze meteen wakker. Omdat haar man, Gijs, niet naast haar ligt, heeft ze gelijk door dat er wat met hem is.
‘Waar ben je?’
‘Ik ben gevallen en lig op de overloop. Bel alsjeblieft een ambulance, want ik heb vreselijke pijn en waarschijnlijk iets gebroken. Bel Rita en Jos ook maar. De anderen komen anders ook niet en zullen wel geïrriteerd zijn als je ze belt.’

Marry, die anders snel nerveus is, pakt rustig haar telefoon van het nachtkastje en toetst, terwijl ze naar haar man loopt, 112 in. Als ze een dame aan de lijn krijgt, vertelt ze wat er is gebeurd en zegt ze met nadruk dat Gijs meent dat hij iets gebroken heeft. De vrouw belooft dat ze meteen een ambulance stuurt en dat bericht maakt Marry opeens vreselijk gespannen. Ze weet daarom niet hoe snel ze de verbinding moet verbreken.

‘Hulp is onderweg, maar dat heb je gehoord. Kan ik wat voor je doen? Wil je een glas water of iets anders? Voel je je verder wel goed?’
‘Ik hoef niets en alles doet pijn, maar vooral mijn linkerbeen. Verder ben ik oké. Bel nu eerst Rita en Jos maar. Die zijn er immers zo en kunnen je helpen. Doe beneden ook even het licht en vooral de buitenlamp aan, dan weten de mensen van de ziekenwagen waar ze moeten zijn. Trek trouwens wat aan, want anders vat je kou en val niet, want dan kun je ook met de ambulance mee.’

‘Heb jij het niet koud en wil je soms een kussen onder je hoofd?’
‘Graag, maar ga dan alsjeblieft bellen en naar beneden.’
‘Zal ik doen, maar ik kan je hier toch niet onverzorgd laten liggen?’
‘Dat doe je ook niet, maar je vergeet jezelf.’

Marry zegt niets, pakt een kussen en haar duster en loopt dan zo snel ze kan naar beneden. Daar doet ze de lampen aan en de voordeur vast open.
Dat is precies op tijd, want ze hoort al een auto aankomen en dat blijkt de ambulance te zijn. Als de mensen haar zien, komen ze op een holletje naar haar toe.


‘Dag, mevrouw. We begrepen dat het om uw man gaat. Waar is hij? Heeft u trouwens geen hulp?’
‘Mijn man ligt op de overloop. Hij denkt wat gebroken te hebben en ik ben er nog niet aan toegekomen om mijn dochter en schoonzoon bellen. Die wonen daar en zijn er zo. Zal ik meelopen naar boven of is dat niet nodig?’
‘We vinden het wel, mevrouw. Gaat u uw dochter maar bellen.’
‘Is goed en ik hoor het wel als u me nodig hebt.’

‘Afgesproken, maar denk wel aan uzelf, hoor.’
‘Dat zei mijn man ook al, dus ik zal maar luisteren.’

Terwijl de mensen van de ambulance de trap oplopen, gaat Marry op de bank zitten om Rita en Jos te bellen. Die schrikken, maar zijn er snel.
‘Wil je mee naar het ziekenhuis, ma?’
‘Natuurlijk, ik heb Gijs nog nooit aan zijn lot overgelaten en dat doe ik nu ook niet.’
‘Dat is waar en ik begrijp je, maar je moet je wel gaan aankleden. Zal ik even meelopen? Je kunt jezelf best redden, maar met wat hulp gaat het sneller en dan kan ik meteen even bij pa kijken.’
‘Is goed.’

Als Marry met haar dochter op de overloop komt, blijken de mensen van de ambulance net op het punt te staan om Gijs naar beneden te dragen en daarom pakt ze huilend zijn handen vast.
‘Ga maar mee. Wees niet bang dat ik je in de steek laat, want ik kleed me aan en kom dan met Rita en Jos naar je toe. Misschien mag je straks wel mee naar huis, maar anders kom je gauw weer thuis. Ik ben geen zuster, maar kan je overal mee helpen en anders vinden we wel anderen die dat kunnen. Wees dus maar niet bang dat ik je in een verpleegtehuis laat stoppen en daar ga ik zelf ook niet heen. Vertrouw me maar. Het is altijd goed gekomen en dat doet het nu weer.’

Rita vindt het heel verdrietig voor haar ouders, maar beseft dat haar vader snel naar het ziekenhuis moet.
‘Kom maar, ma. Zij moeten gaan. Hoe eerder ze pa kunnen helpen, des te beter het is. Ga je daarom maar aankleden, want dan zijn we over een half uurtje in het WMZ.’
‘Is goed. Dag lieverd en jullie doen toch wel voorzichtig met hem?’
‘Ja, hoor mevrouw. Maakt u zich maar geen zorgen en sterkte met alles.’

Als Marry met haar zoon en schoonzoon in het ziekenhuis komt, horen ze dat men nog met hun man en vader bezig is. Daarom gaan ze naar de wachtkamer, waar het een tijdje duurt voor er iemand bij hen komt en die vrouw brengt geen goed nieuws. Al had het veel slechter gekund.

Gijs zijn lichaam is namelijk bont en blauw vanwege allerlei kneuzingen, maar het ergste is dat zijn linkerbeen en -enkel zijn gebroken.

Hij mag dus niet mee naar huis en het zal, gezien zijn leeftijd, vast wel een hele tijd duren voor hij weer zover hersteld is dat hij normaal lopen kan.

Rita en Jos kijken elkaar aan en vragen zich, zonder iets te zeggen, af of het ooit zover komt, maar Marry lijkt geen problemen te zien.

‘Je kunt nu niet mee naar huis en dat is jammer. Met een bed in de kamer en thuiszorg hoef je wat mij betreft echter niet lang hier te blijven. Je overdag verzorgen kan ik wel.’

Rita en Jos kijken elkaar even aan, maar zeggen niets. Onderweg naar huis spreken ze hun zorgen echter wel uit.
‘Denk niet te licht over het verzorgen van pa, hoor. Het zal, vanwege die enkel, namelijk een tijd duren voor hij hersteld is. Plus dat je er
’s nachts ook voor hem moet zijn als er iets is. Hij zal je niet elke vijf minuten nodig hebben, maar ik vind het geen fijne gedachte dat jij ’s nachts elke keer die trap af en op moet.’


Marry vliegt op.
‘Denk maar niet dat ik je vader in een tehuis laat stoppen. We zijn altijd bij elkaar geweest en dat blijven we. Je hebt best gelijk dat snel traplopen gevaarlijk is. Als ik voor mezelf ook een bed in de kamer laat zetten, is er echter niets aan de hand.’

Rita weet dat haar moeder niet op andere gedachten te brengen is en besluit daarom te zwijgen. Om haar moeder alleen thuis achter te laten, gaat haar echter te ver.
‘Zullen Jos of ik bij je blijven? Het is al wel licht, maar misschien kunnen we nog even slapen? De dag duurt immers nog lang en we hebben afgelopen nacht maar een paar uur geslapen.’
‘Dat is heel lief aangeboden, maar jullie kunnen gerust naar huis gaan. Ik slaap wel vaker even als pa er niet is en durf best alleen te zijn. Zeker omdat we hele goede sloten op de deuren hebben en er dus niemand binnenkomt.’

Rita zegt niets meer, maar gaat met een hoofd vol zorgen naar huis. Daar slapen ze nog wel even, maar niet heel vast en daarom zitten ze tegen elf uur met slaperige gezichten en een ontbijtje voor zich op de bank.

‘Tjonge, wat nu?’
‘Geen idee. De rest van de familie zal zich wel weinig laten zien en vinden dat het tijd voor de oudjes wordt om de boel te verkopen en naar een verzorgingshuis te gaan. Sinds ze beseffen dat er weinig of niets voor ze te halen is, kijken ze namelijk helemaal niet meer naar de mensen om.’

‘Dat klopt, maar komt dan alle zorg voor pa en ma op ons neer?’
‘Daar lijkt het op. Zo heel moeilijk hoeft het trouwens niet te zijn. Ze willen daar blijven wonen en alles doen om dat mogelijk te maken. Dat mag geld kosten en ze hebben trouwens gelijk. Voor wie zouden ze hun centen immers bewaren? Wij hebben voldoende en die anderen kijken nooit naar ze om.’

Rita knikt.
‘Dat is waar, maar hoe moet al die zorg dan geregeld worden?’
‘Als we je vader en moeder nu eens de kans geven om te vertellen wat ze willen en vervolgens advies inwinnen bij óf de gemeente óf het zorgcentrum hier.’
‘Ja, dat lijkt me een goed plan.’

Als hun dochter van vijftien een uurtje later binnenkomt, zijn er geheel onverwacht al heel veel van hun zorgen opgelost.
‘Ik ben bij oma geweest.’
‘Hoe was het met haar?’
‘Ze was vreselijk verdrietig en deed niets anders dan huilen. Het was vreselijk om haar zo te zien. Dat ze alleen moet zijn, vindt ze niet erg. Ze is alleen bang dat opa nooit meer goed kan lopen en ze naar een verzorgingstehuis moeten.’

‘Dan is ze zich gedurende de ochtend toch zorgen gaan maken.’

‘Ja, en dat lijkt me logisch, maar we hebben wat bedacht. Zij laat een tweepersoonsbed in de kamer zitten en beneden een badkamer maken.’
‘Oké, maar denkt ze het verder zonder hulp af te kunnen?’
‘Natuurlijk komt er thuiszorg, maar ik ga hen ook helpen en krijg hun bovenverdieping om te slapen, te studeren, vrienden en vriendinnen te ontvangen en gewoon te ontspannen. Natuurlijk blijf ik ook uitgaan, maar dan kan ze jullie toch bellen als er iets is?’

Rita is even stil, maar slaat dan haar armen om haar dochter heen.

‘Ik ben trots op je en als we oma zo ophalen om naar opa te gaan, horen we wel of we haar moeten helpen om de verbouwing in gang te zetten.’
Blikje juf bedankt lila
Blikje juf bedankt lila. Leuk kleurig blikje voor de
juf. Om haar te bedanken voor alles. Een klein, 
maar waardevol kadootje. Blikje wordt zonder inhoud
geleverd, maar kan door u worden gevuld.
In twee formaten leverbaar. 

KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES