Kerst kan iets met je doen
€4,95
Excl. BTW: €4,95
Omschrijving
Kees wordt gewekt door zijn telefoon en omdat dit slecht voor zijn humeur is, neemt hij met een norse stem op.
‘Kon je niet nog vroeger bellen, sufferd? Je mag van geluk spreken dat mijn vrouw al beneden is, want anders had ik niet opgenomen.’
‘Sorry, ik had er niet aan gedacht dat je voor acht uur niet aanspreekbaar bent. Omdat ik vroeg wakker was, ben ik echter een eindje gaan wandelen en heb ik een adresje gezien waar volgens mij het nodige te halen valt. Ik probeer er vandaag nog achter te komen of er een alarm of een hond is en laat dan weer van me horen. Het is trouwens een seniorenwoning en aan het deurbordje te zien woont er een vrouw alleen.’
‘Best. Ik hoor wel van je.’
Als Kees zijn telefoon op het nachtkastje heeft gelegd, duurt het niet lang voor hij opnieuw in diepe rust is. Het inbreken is namelijk zo’n gewoonte voor hem geworden dat hij er vooraf nooit over nadenkt. Hij krijgt een tip van zijn maat, gaat op pad, haalt wat er te halen valt, ze verdelen de opbrengst en vervolgens wacht hij op de volgende opdracht. Van spijt heeft hij nooit last gehad en dat komt omdat hij altijd van mensen steelt die, volgens hem, genoeg hebben.
Dat hij spullen meeneemt die voor een ander van grote waarde kunnen zijn en zijn slachtoffers een enorme psychische dreun bezorgt, is nog nooit tot hem doorgedrongen. Hij kijkt namelijk alleen naar het geld wat hij ermee verdient en dat is normaal al meer dan welkom, maar in deze Kersttijd zeker.
Natuurlijk is hij vanwege zijn ‘werk’ wel een paar nachten per week weg en loopt hij de kans dat de mensen uit de buurt hem zien gaan. Daar heeft hij echter een mooie smoes voor bedacht. Zijn buren weten namelijk niet beter dan dat hij
’s nachts werkt als chauffeur en dat heeft hij zijn vrouw ook wijsgemaakt. Zij praat namelijk wat veel en hij moet natuurlijk niet hebben dat ze hem verraadt. Omdat hij ook niet wil dat de mensen hem horen gaan, parkeert hij zijn auto trouwens altijd een eind uit de buurt en nooit op dezelfde plaats.
Als Kees tegen elf uur beneden komt, zit zijn vrouw met koffie en een nogal uitgebreid ontbijt op hem te wachten.
‘Je had al vroeg telefoon. Moet je komende nacht weer werken?’
‘Het was wel van mijn werk en ik moet deze week in ieder geval één nachtje, maar mijn baas wist nog niet wanneer. Dat zou ik echter in de loop van de dag of anders morgen horen.’
‘Dat zal dan wel goedkomen en het komt trouwens mooi uit dat ze weer een klusje voor je hebben. Alleen van je andere inkomen zouden we met Kerst namelijk niet zo heel veel kunnen doen en dat kan nu mooi wel.’
Kees knikt, maar geeft geen antwoord. Voor het eerst sinds hij zich bij het ‘dievengilde’ heeft aangesloten, bekruipt hem namelijk het gevoel dat hij best een keer gepakt kan worden. Hij heeft natuurlijk wel veel ervaring en is erg voorzichtig, maar het kleinste foutje kan genoeg zijn om tegen de lamp te lopen.
Voor die aanhouding is hij trouwens niet bang en voor de cel evenmin. Wat hij echter wel vreest, is de reactie van zijn vrouw. Dat hij ‘zwart’ gaat werken, vindt ze geen probleem. Aan inbrekers heeft ze echter een enorme hekel en dat is zo erg, dat ze hem best de deur kan wijzen als ze weet wat hij ’s nachts echt doet.
Dat zou hij verschrikkelijk vinden. Ondanks dat hun relatie er een van heel veel ups en downs is, denkt hij namelijk toch wel van haar te houden. Plus dat zij alles voor hem regelt en goed voor hem zorgt en het een puinhoop wordt als hij dat allemaal zelf moet gaan doen. Stoppen met inbreken is echter geen optie voor hem. Natuurlijk omdat hij zijn maat niet in de steek wil laten, maar vooral vanwege de inkomsten en wat hij tegen zijn vrouw moet vertellen. Haar iets op de mouw spelden heeft namelijk geen zin, want zo goedgelovig is ze niet.
Voorlopig is er echter niets aan de hand, want hij is nog nooit gepakt. Daarom is hij blij als zijn maat ’s avonds een appje stuurt dat er zowel geen hond als geen alarm in de woning is en de vrouw vroeg gaat slapen, zodat hij alle tijd heeft om zijn slag te slaan.
Ze spreken af dat hij het klusje morgen opknapt en om niet te lui ‘op zijn werk’ te verschijnen, besluit hij gelijk maar naar boven te gaan. Hij slaapt vannacht prima, is er al vroeg uit en komt op een ontspannen manier de dag door.
Omdat hij anders ook altijd tegen elf uur van huis gaat, doet hij dat dit keer weer. Hij is echter te vroeg, want in de opgegeven straat brandt nog op diverse plekken licht. Daarom besluit hij zijn klus een uurtje uit te stellen en eerst een stukje rond te rijden.
Hij heeft de situatie goed ingeschat. Als hij vijf kwartier later terugkomt, zijn de lichten namelijk overal uit. Daarom parkeert hij zijn auto twee straten verder en loopt hij via een donker pad naar de achterkant van de woning waar hij zijn moet. Omdat het muisstil is, voelt hij zich steeds rustiger worden. Voor zijn gevoel kan hem namelijk niets gebeuren. De achterdeur van zo’n oudere woning openkrijgen, is immers een peulenschilletje.
Als hij de poortdeur eenvoudig open heeft gekregen, neemt zijn gevoel van zekerheid zelfs nog veel meer toe. Tot hij dichter bij de woning komt en het oude dametje in het donker ziet zitten en met een krakerige stem vol blijdschap Kerstliedjes hoort zingen. Haar intense geluk maakt in tijd van even namelijk een totaal ander mens van hem, want in gedachten ziet hij zijn moeder weer die ook altijd Kerstliedjes zong en dringt het tot hem door hoe mooi hij dit als kind vond.
Daarnaast voelt hij plotseling weer de rust, de geborgenheid en de gezelligheid die de Kersttijd destijds bij hen in huis bracht. Als hij beseft dat hij op weg is om de vrouw haar, misschien wel, mooiste dagen van het jaar te bederven en in ieder geval vreselijke Kerstdagen te bezorgen, schrikt hij enorm van zichzelf.
Is hij dan zo slecht dat hij dit gelukkige oudje haar Kerst wil bederven? Als hij haar niet had horen zingen, had hij het zeker gedaan. Nu heeft ze hem echter laten voelen hoe de Kersttijd ook kan zijn en is er van de stoere Kees, die voor niemand bang is, niets meer over.
Na een aantal seconden, neemt hij daarom zonder te twijfelen een drastisch besluit. Hij gaat terug naar zijn auto, zijn maat bellen en hem vertellen dat hij niet meer meedoet. Dat zal hem veel ellende opleveren, maar dat maakt hem niet uit. Het feit dat hij besloten heeft om niet meer ‘slecht’ te zijn, maakt hem namelijk gelukkiger dan hij in tijden is geweest.
‘Kon je niet nog vroeger bellen, sufferd? Je mag van geluk spreken dat mijn vrouw al beneden is, want anders had ik niet opgenomen.’
‘Sorry, ik had er niet aan gedacht dat je voor acht uur niet aanspreekbaar bent. Omdat ik vroeg wakker was, ben ik echter een eindje gaan wandelen en heb ik een adresje gezien waar volgens mij het nodige te halen valt. Ik probeer er vandaag nog achter te komen of er een alarm of een hond is en laat dan weer van me horen. Het is trouwens een seniorenwoning en aan het deurbordje te zien woont er een vrouw alleen.’
‘Best. Ik hoor wel van je.’
Als Kees zijn telefoon op het nachtkastje heeft gelegd, duurt het niet lang voor hij opnieuw in diepe rust is. Het inbreken is namelijk zo’n gewoonte voor hem geworden dat hij er vooraf nooit over nadenkt. Hij krijgt een tip van zijn maat, gaat op pad, haalt wat er te halen valt, ze verdelen de opbrengst en vervolgens wacht hij op de volgende opdracht. Van spijt heeft hij nooit last gehad en dat komt omdat hij altijd van mensen steelt die, volgens hem, genoeg hebben.
Dat hij spullen meeneemt die voor een ander van grote waarde kunnen zijn en zijn slachtoffers een enorme psychische dreun bezorgt, is nog nooit tot hem doorgedrongen. Hij kijkt namelijk alleen naar het geld wat hij ermee verdient en dat is normaal al meer dan welkom, maar in deze Kersttijd zeker.
Natuurlijk is hij vanwege zijn ‘werk’ wel een paar nachten per week weg en loopt hij de kans dat de mensen uit de buurt hem zien gaan. Daar heeft hij echter een mooie smoes voor bedacht. Zijn buren weten namelijk niet beter dan dat hij
’s nachts werkt als chauffeur en dat heeft hij zijn vrouw ook wijsgemaakt. Zij praat namelijk wat veel en hij moet natuurlijk niet hebben dat ze hem verraadt. Omdat hij ook niet wil dat de mensen hem horen gaan, parkeert hij zijn auto trouwens altijd een eind uit de buurt en nooit op dezelfde plaats.
Als Kees tegen elf uur beneden komt, zit zijn vrouw met koffie en een nogal uitgebreid ontbijt op hem te wachten.
‘Je had al vroeg telefoon. Moet je komende nacht weer werken?’
‘Het was wel van mijn werk en ik moet deze week in ieder geval één nachtje, maar mijn baas wist nog niet wanneer. Dat zou ik echter in de loop van de dag of anders morgen horen.’
‘Dat zal dan wel goedkomen en het komt trouwens mooi uit dat ze weer een klusje voor je hebben. Alleen van je andere inkomen zouden we met Kerst namelijk niet zo heel veel kunnen doen en dat kan nu mooi wel.’
Kees knikt, maar geeft geen antwoord. Voor het eerst sinds hij zich bij het ‘dievengilde’ heeft aangesloten, bekruipt hem namelijk het gevoel dat hij best een keer gepakt kan worden. Hij heeft natuurlijk wel veel ervaring en is erg voorzichtig, maar het kleinste foutje kan genoeg zijn om tegen de lamp te lopen.
Voor die aanhouding is hij trouwens niet bang en voor de cel evenmin. Wat hij echter wel vreest, is de reactie van zijn vrouw. Dat hij ‘zwart’ gaat werken, vindt ze geen probleem. Aan inbrekers heeft ze echter een enorme hekel en dat is zo erg, dat ze hem best de deur kan wijzen als ze weet wat hij ’s nachts echt doet.
Dat zou hij verschrikkelijk vinden. Ondanks dat hun relatie er een van heel veel ups en downs is, denkt hij namelijk toch wel van haar te houden. Plus dat zij alles voor hem regelt en goed voor hem zorgt en het een puinhoop wordt als hij dat allemaal zelf moet gaan doen. Stoppen met inbreken is echter geen optie voor hem. Natuurlijk omdat hij zijn maat niet in de steek wil laten, maar vooral vanwege de inkomsten en wat hij tegen zijn vrouw moet vertellen. Haar iets op de mouw spelden heeft namelijk geen zin, want zo goedgelovig is ze niet.
Voorlopig is er echter niets aan de hand, want hij is nog nooit gepakt. Daarom is hij blij als zijn maat ’s avonds een appje stuurt dat er zowel geen hond als geen alarm in de woning is en de vrouw vroeg gaat slapen, zodat hij alle tijd heeft om zijn slag te slaan.
Ze spreken af dat hij het klusje morgen opknapt en om niet te lui ‘op zijn werk’ te verschijnen, besluit hij gelijk maar naar boven te gaan. Hij slaapt vannacht prima, is er al vroeg uit en komt op een ontspannen manier de dag door.
Omdat hij anders ook altijd tegen elf uur van huis gaat, doet hij dat dit keer weer. Hij is echter te vroeg, want in de opgegeven straat brandt nog op diverse plekken licht. Daarom besluit hij zijn klus een uurtje uit te stellen en eerst een stukje rond te rijden.
Hij heeft de situatie goed ingeschat. Als hij vijf kwartier later terugkomt, zijn de lichten namelijk overal uit. Daarom parkeert hij zijn auto twee straten verder en loopt hij via een donker pad naar de achterkant van de woning waar hij zijn moet. Omdat het muisstil is, voelt hij zich steeds rustiger worden. Voor zijn gevoel kan hem namelijk niets gebeuren. De achterdeur van zo’n oudere woning openkrijgen, is immers een peulenschilletje.
Als hij de poortdeur eenvoudig open heeft gekregen, neemt zijn gevoel van zekerheid zelfs nog veel meer toe. Tot hij dichter bij de woning komt en het oude dametje in het donker ziet zitten en met een krakerige stem vol blijdschap Kerstliedjes hoort zingen. Haar intense geluk maakt in tijd van even namelijk een totaal ander mens van hem, want in gedachten ziet hij zijn moeder weer die ook altijd Kerstliedjes zong en dringt het tot hem door hoe mooi hij dit als kind vond.
Daarnaast voelt hij plotseling weer de rust, de geborgenheid en de gezelligheid die de Kersttijd destijds bij hen in huis bracht. Als hij beseft dat hij op weg is om de vrouw haar, misschien wel, mooiste dagen van het jaar te bederven en in ieder geval vreselijke Kerstdagen te bezorgen, schrikt hij enorm van zichzelf.
Is hij dan zo slecht dat hij dit gelukkige oudje haar Kerst wil bederven? Als hij haar niet had horen zingen, had hij het zeker gedaan. Nu heeft ze hem echter laten voelen hoe de Kersttijd ook kan zijn en is er van de stoere Kees, die voor niemand bang is, niets meer over.
Na een aantal seconden, neemt hij daarom zonder te twijfelen een drastisch besluit. Hij gaat terug naar zijn auto, zijn maat bellen en hem vertellen dat hij niet meer meedoet. Dat zal hem veel ellende opleveren, maar dat maakt hem niet uit. Het feit dat hij besloten heeft om niet meer ‘slecht’ te zijn, maakt hem namelijk gelukkiger dan hij in tijden is geweest.
\
Blikje hiep hiep hoera gefeliciteerd hartje. Hartje op
de deksel. Roze met zwarte tekst. Witte achtergrond
met zwarte stipjes en tekeningen ballonnen en vlaggetjes.
Blikje wordt zonder inhoud geleverd,
maar kan door u worden gevuld.
KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES