Omschrijving
Als de notaris een paar minuten bezig is met de behandeling van het testament dat ze hebben laten maken, ziet Truus het gezicht van haar man Karel steeds meer betrekken. Ze vraagt zich af wat er aan de hand is, maar hoeft niet lang op antwoord te wachten. Een paar tellen later valt hij de vrouw namelijk op een niet heel vriendelijke toon in de rede.
‘U heeft in tijd van even een heel verhaal afgestoken en u zult niet zomaar iets hebben gezegd. Het kan echter ook onzin zijn, want ik heb er eerlijk gezegd weinig van begrepen en dat komt door de moeilijke woorden die u gebruikt. Ik vind het een slechte zaak dat dit zo gaat. Vooral omdat er aan ons bezoek hier een enorme prijskaart hangt en we volgens mij dus meer waar voor onze centen horen te krijgen. Als we straks tekenen doen we dat omdat we u vertrouwen, maar niet omdat we met uw verhaal akkoord gaan en dat lijkt me niet goed.’
De notaris lijkt te schrikken van Karel zijn betoog en Truus kijkt hem verbolgen aan, want ze geneert zich behoorlijk voor zijn uitval. Ze weet dat hij soms wat kort door de bocht kan zijn, maar dit had ze niet van hem verwacht. Vooral niet omdat iedereen weet dat notarissen een verhaal af kunnen steken dat voor mensen met een gewone opleiding amper tot niet te volgen is.
Karel lijkt zich echter nergens iets van aan te trekken en kijkt de notaris met een vragend gezicht aan. Niet lang, want de vrouw heeft zich snel herpakt en de situatie weer onder controle.
‘Het is niet mijn bedoeling om iets te vertellen wat jullie niet begrijpen. U hoeft echter niet bang te zijn dat ik u dingen vertel die niet waar zijn, want dat gebeurt niet en het verbaast me dat u dit suggereert. Als u me trouwens vertelt wat u niet begrepen heeft, dan zal ik het u uitleggen.’
Truus lijkt zich nogal te schamen, maar Karel is niet onder de indruk van de notaris.
‘Dat ik zei dat uw verhaal best niet waar kon zijn, moet u niet te hoog opnemen. Ik bedoelde alleen dat u gerust kunt liegen, want we begrijpen toch niet wat u zegt. Het was echter niet mijn bedoeling om te suggereren dat u dit ook doet.’
De notaris knikt en kijkt weer wat vriendelijker.
‘Dat is goed om te horen.’
‘Waar het mij wel om gaat, is dat ik het niet normaal vind dat we flink voor iets moeten betalen waar we zo goed als geen letter van begrijpen. Ik begrijp dat die aktes in een juridische taal geschreven moeten worden, maar ik zou het wel normaal vinden als u er een ‘gewone mensen vertaling’ op los zou laten.’
‘Oké. We lopen alles nog een keer door en dan zal ik wat u niet begrijpt nog een keer uitleggen.’
De notaris probeert haar verhaal nu in eenvoudige woorden te vertellen en dat lukt haar heel goed. Het duurt daarom niet lang voor Truus en Karel weer buiten staan. Van een goede stemming is echter nog geen sprake.
‘Was het echt nodig om die notaris aan te vallen? Ik schaamde me rot en vond het niet leuk dat je zo deed. Je weet toch dat een notaris taal gebruikt die niet geschikt is voor normale mensen? Gelukkig trok je die opmerking over liegen weer in, maar dat sloeg nergens op. Die mensen zetten echt hun reputatie niet op het spel door ons leugens te vertellen.’
Karel begint te grijnzen.
‘Ik was misschien bot, maar niet respectloos en volgens mij had ik gelijk. Het was toch normaal dat ik haar vroeg of ze het verhaal in een voor ons begrijpelijke taal wilde vertellen. Als klant hoor je koning te zijn en zij levert ons een dienst, dus moet ze zorgen dat we tevreden zijn. Zeker gezien de rekening die we nog krijgen.’
Truus krijgt toch wel wat begrip voor haar man.
‘Je hebt wel gelijk, maar ik denk niet dat die notaris dit ooit eerder heeft meegemaakt. Iedereen vertrouwt er namelijk op dat ze haar werk goed doet. Daarom wacht men braaf tot ze haar verhaaltje heeft verteld, tekenen ze en zijn ze blij als ze weer buiten staan.’
‘Dat weet ik en het ging me er niet om dat ik alles in begrijpelijke taal uitgelegd wilde hebben omdat ik haar niet vertrouwde. Ik baal er echter al veel langer van dat tegenwoordig niemand meer op een eenvoudige manier zijn of haar verhaal lijkt te kunnen vertellen en daarom was mijn reactie er al uit voor ik het besefte.’
Truus begint te lachen.
‘Ik begrijp je wel, maar had je reactie niet verwacht en vond de situatie nogal pijnlijk. Al ben ik het wel met je eens. Als je tegenwoordig geen moeilijke of Engels woorden gebruikt, lijk je er namelijk niet meer bij te horen.’
‘Klopt en ik denk dat men het vaak doet om indruk op een ander te maken. Wie dat probeert, moet dat trouwens zelf weten. Dat officiële instanties dat doen, vind ik echter een slechte zaak en zeker als ze dit in gesprekken met mensen als wij doen. Vooral omdat zij dus voor een deel door de gewone man betaald worden.’
‘Dat is waar, maar het wordt steeds normaler om moeilijke woorden te gebruiken. Ga bijvoorbeeld maar eens naar het gemeentehuis en wat denk je van de Tweede Kamer?’
‘Je hebt gelijk. Ik ben geen bolleboos, maar denk ook niet bij de domste mensen van Nederland te horen. Als ik op tv naar de politiek zit te kijken, duurt het echter niet lang voor ik het spoor volledig bijster ben.’
‘Ik kijk daarom sowieso al nooit naar politiek.’
‘Bij ons op het werk beginnen ze trouwens ook al raar te doen. Tijdens ons laatste werkoverleg heb ik mijn chef daarom gevraagd of hij wist met welk soort mensen hij te maken had en of hij zelf wel begreep wat hij zei. Hij probeerde me toen neer te zetten als een dom iemand, maar daar heb ik me niets van aangetrokken. Het belangrijkste voor mij was namelijk dat hij zijn verhaal ook in simpele woorden bleek te kunnen vertellen.’
Truus probeert de zaak van twee kanten te bekijken.
‘Ik ben het dus met je eens. Zou het echter ook zo kunnen zijn dat wij wat te ouderwets op dit soort dingen reageren? De maatschappij wordt namelijk steeds moderner en daar hoort dit misschien wel bij. Als veel jongeren zich op deze manier gaan uiten, lijkt het me ook niet heel raar dat anderen hun voorbeeld volgen.’
‘Je kunt best gelijk hebben, maar ik voel me niet fijn bij dat moeilijke gedoe en ga er daarom niet aan meedoen. Als ze me daardoor dom en ouderwets vinden dan moet dat maar. Ik blijf namelijk de Karel die ik altijd ben geweest en hoop dat jij ook geen andere Truus wordt.’
‘Je weet dat ik niet zo stellig ben als jij, maar daar hoef je niet bang voor te zijn.’
‘Gelukkig maar.’

Blikje liefde met mintkleurig hart en witte tekst op zwart.
Zwarte stipjes op witte achtergrond. Een leuk
kadootje om uw grote liefde mee te verrassen.
De blikjes worden leeg geleverd, maar zijn door u te vullen
KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES