Ik zie het niet meer zitten

Model: Ik zie het niet meer zitten
4,95 Excl. BTW: €4,95

0

Omschrijving

Het is bijna half vijf als Arnold met een enorm bedrukt gevoel wakker wordt. Hij probeert nog wel om verder te slapen, maar weet dat dit zinloos is. De laatste tijd is hij namelijk iedere ochtend in alle vroegte wakker en het is hem nog niet één keer gelukt om weer in slaap te komen. Door zijn slaapgebrek gaat hij zich steeds beroerder voelen en daarom heeft zijn vrouw hem al een paar keer aangeraden om naar de huisarts te gaan, maar daar wil hij niets van weten. Als hij naar de dokter gaat, is hij voor zijn gevoel namelijk ziek en dat wil hij niet zijn. Hij voelt zich lichamelijk, op de kater na die hij soms van zijn stevige drinken heeft, namelijk prima. Het probleem is alleen dat hij zich na het faillissement van zijn winkel een enorme nul is gaan vinden.

Hij vindt ook dat de financiële ellende zijn eigen schuld is. Wat hij precies fout heeft gedaan, kan hij niet onder woorden brengen. Dat hij het niet goed heeft gedaan, is volgens hem echter zeker. Als hij de zaken anders aangepakt had, was hij immers niet failliet gegaan en had hij nog plezier in zijn leven gehad.

Wat de ellende nog groter maakt, is dat hij zich onbegrepen en door iedereen in de steek gelaten voelt. Voor het faillissement had hij namelijk vrienden in overvloed, maar daar zijn er heel weinig van overgebleven. Plus dat hij van de mensen die wel naar hem omkijken weinig steun krijgt. Verder dan wat meewarige blikken en nietszeggende opmerkingen komt men namelijk niet.

Hij begrijpt wel dat men het moeilijk vindt om met hem te praten, maar ze kunnen het, volgens hem, in ieder geval proberen. Was er bijvoorbeeld maar eens iemand die vroeg hoe hij zich voelde. Dan kon hij ze vertellen hoe hij het is om voor de hele gemeente af te gaan. Zo ervaart hij dat namelijk. Natuurlijk zou hij ook uit zichzelf zijn verhaal tegen iemand kunnen vertellen, maar dat ziet hij als zielig doen en daarom doet hij dat niet.

Het gevolg is echter dat zijn leven er steeds troostelozer uit gaat zien. De ellende begint al als hij ’s ochtends naar zijn werk fietst en het idee heeft dat iedereen hem nakijkt en over hem praat. Hierdoor komt hij vaak met een beroerd gevoel op de zaak aan en daar wordt het er meestal niet beter op. Zijn collega’s hebben namelijk alle dagen de grootste lol met elkaar, maar hij heeft geen zin om te lachen en telt de uren af tot hij weer naar huis kan.

Daar is het trouwens ook lang niet meer zo leuk als vroeger. Zijn vrouw trekt zich het mislukken van de winkel namelijk niet zo aan als hij en is van mening dat blijven treuren niets helpt. Er zijn momenten dat hij denkt dat ze gelijk heeft, maar veel vaker meent hij dat ook zij hem in de steek laat. 

Omdat hij bang is dat hij gaat liggen woelen en zijn vrouw wakker maakt, besluit hij op te staan en zich te gaan douchen. Helaas voor hem, maakt hij het zichzelf hiermee nog moeilijker. Als hij een half uur later met een kop koffie voor het raam staat en ziet dat de hele buurt nog slaapt, beseft hij namelijk pas echt hoe diep hij in de ellende zit. 

Dit komt zo hard bij hem binnen dat hij moeite krijgt om zijn emoties in bedwang te houden en niet hoort dat zijn vrouw binnenkomt.
‘Was je alweer uitgeslapen?’
‘Heb ik jou ook wakker gemaakt?’
‘Ja, maar dat is geen wonder. Ik slaap namelijk niet veel beter dan jij?’
‘Komt dat door mij?’

‘Het is niet jouw schuld, want ik weet dat je erg graag anders wil. Ik ben echter heel bang dat je uit wanhoop een keer rare dingen gaat doen. Daarom ben ik iedere keer als jij je beweegt meteen wakker.’
‘Denk je dat ik een eind aan mijn leven ga maken?’
‘Ja, daar denk ik heel vaak over na en dat lijkt me niet raar.’
‘Misschien niet, maar wat moet ik? Ik zit door mijn eigen schuld in de problemen en volgens mij is er niemand die me daaruit kan helpen.’

Els schudt haar hoofd.
‘Je denkt dus nog steeds dat je zelf je leven weer op de rails gaat krijgen.’
‘Ja, want wie zou dat anders moeten doen?’
‘Je kunt je te laten doorverwijzen naar een therapeut en ik sta ook altijd voor je klaar. Daar hebben we het trouwens al vaker over gehad.’

Albert begint wat cynisch te lachen.
‘Ik hou van je en waardeer je bereidheid om me te helpen, maar je begrijpt me niet. Je kunt dus niets voor me doen en dat geldt ook voor een therapeut. Die verzinnen immers de gekste dingen en dat is niets voor mij. Ik ben namelijk een nuchter iemand en absoluut geen zwever.’

‘Wat wil je dan?’
‘Niets. Ik heb maar één doel en dat is over een tijdje weer iets voor mezelf beginnen. Dan kan ik namelijk de hele wereld laten zien dat ik niet zo’n sufferd ben als iedereen nu denkt.’
‘Albert, denk na. We zitten de eerste paar jaar nog in de schuldsanering en in die tijd kun je niets. Plus dat het daarna wel even zal duren voor we iets gespaard hebben en dus uit kunnen geven. Vind je jezelf trouwens zakelijk genoeg om nog eens eigen baas te worden?’

Albert kijkt opeens woest.
‘Natuurlijk, praat me nog maar verder in de put.’
‘Dat is niet mijn bedoeling en niet zakelijk zijn, is trouwens geen schande. Jij hebt immers capaciteiten die een ander niet heeft.’
‘Wat vind jij dan dat ik moet doen?’

‘Je moet niets, maar ik zou echt een afspraak bij de huisarts maken en alle hulp aanpakken die ik krijgen kon. Je kunt alles wat een therapeut zegt stom vinden en blijven zeggen dat ik je niet begrijp, maar je kunt ook proberen om iets met de woorden van een eventuele therapeut en mij te doen.’
‘Dan moet ik iets gaan doen wat ik niet zie zitten.’
‘Zo kun je het zien, maar je kunt ook alles aanpakken om uit de ellende te komen.’
‘Doe ik dat nu dan niet?’

‘Nee, want je wil alleen met mensen praten die je vertellen wat jij graag wil horen. Ik heb je bijvoorbeeld al heel veel tips gegeven, maar je wordt alleen  boos of zegt dat ik onzin vertel en doet niets.’

Albert weet hier niets tegenin te brengen, maar geeft zich nog niet gewonnen.
‘Je kunt gelijk hebben, maar ik denk dat ons gesprek heel snel een welles nietes spelletje wordt?’
‘Als je dat denkt, kun je beter naar een therapeut gaan.’
‘Daar heb ik helemaal geen vertrouwen in.’
‘Heb je dan al vaker met dat soort mensen te maken gehad?’
‘Nee, maar jij hoort die negatieve verhalen over hen toch ook?’
‘Geloof jij alles wat ze zeggen? Je weet toch dat veel mensen het niet stoer vinden om naar een therapeut te gaan en er daarom lacherig over doen.’
‘Ik zal nog weleens zien wat ik doe.’

Els zwijgt en gaat naar boven om zich te douchen. Ze heeft er weinig vertrouwen in dat hun gesprek nut heeft gehad. Als ze een week later thuiskomt van het boodschappen doen en een briefje ziet liggen dat Albert naar de huisarts is, blijkt echter dat ze te negatief is geweest.


Blikje hiep hiep hoera ..............jaar
Blikje hiep hiep  hoera..............jaar. Vul zelf het jaar in.
Kleuren zwart, wit en oranje. Hartje op de deksel.
Blikje wordt zonder inhoud geleverd, maar kan door
u gevuld worden en is in twee formaten leverbaar.

KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES