Omschrijving
Hans heeft in zijn schooltijd heel weinig problemen gekend. Tenminste qua resultaten niet, want zijn cijfers waren op de basisschool al prima en zijn, zonder dat hij er heel veel voor heeft gedaan, op de HAVO nog beter geworden.
Zijn ouders en de mensen op school hebben hem daarom al diverse keren een geweldige toekomst voorspeld. Voor hen is het dan ook een vanzelfsprekendheid dat hij, na het behalen van zijn diploma, doorstroomt naar het VWO of, veel liever nog, een hbo-studie gaat doen.
Hans zelf is echter veel minder zeker over zijn studieplannen. Niet dat hij een hekel aan studeren heeft, maar wel omdat hij eraan twijfelt of hij een topfunctie leuk vindt. Natuurlijk is niet elke baan hetzelfde, maar hij komt sowieso in een wereldje van mensen die veel verdienen en daardoor, in zijn ogen, snel de neiging hebben om wijs te gaan doen. Zijn vader zegt dat hij daar snel aan gewend is, maar dat gelooft hij niet. Natuurlijk is een goed gevulde bankrekening erg leuk, maar hij vindt voldoende geld ook best. Plus dat hij liever omgaat met mensen die echt zijn dan met lui die leven zoals de buitenwereld van hen verwacht. Hij heeft het thuis al diverse keren over zijn twijfels gehad, maar zijn ouders hebben daar geen begrip voor en doen zijn woorden af als onzin. Dat heeft ze echter niets geholpen, want hij is er steeds zekerder van geworden dat hij wat studie betreft op een dood spoor zit.
Zijn grote probleem is echter dat hij wel zeker weet wat hij niet wil, maar nog geen flauw idee heeft wat hij wel wil. Ondanks dat hij nog twee jaar HAVO voor de boeg heeft en nog geen keuze hoeft te maken, vindt hij dat best lastig. Vooral omdat hij thuis dus gepusht wordt om voor het hoogst haalbare te gaan en zijn ouders nogal dwingend kunnen zijn. Als hij weet wat hij met zijn toekomst wil, zal hij hun mening echter gemakkelijker naast zich neer kunnen leggen en daar zou hij heel blij mee zijn.
Als hij op een vrijdagmiddag in het dorp loopt, krijgt hij opeens het gevoel dat zijn ouders ook best gelijk kunnen hebben. Als hij een tractor hoort toeteren en kijkt, ziet hij namelijk Marga, een meisje dat op de lagere school een groep hoger dan hij zat. Ze is gekleed in een overall en lijkt hartstikke vrolijk te zijn, maar hij krijgt meteen medelijden met haar. Dit lijkt hem namelijk geen leven voor een meisje van haar leeftijd en hij zou zelf ook veel liever op een kantoor dan op zo’n lawaaiige tractor zitten.
Het kan trouwens best zijn dat Marga niet anders wilde, want hij kan zich herinneren dat ze vroeger al veel liever op de boerderij dan op school was en dat is misschien nooit veranderd. Daarnaast kan ze ook nog steeds studeren en dit doen om haar vader te helpen. Hij kan zo echter vragen hoe het zit, want ze heeft haar tractor geparkeerd en staat iets verder lachend op hem te wachten.
‘Zo, dat is een tijd geleden. Ik heb je na de lagere school volgens mij nooit meer gezien of gesproken. Hoe is het met je?’
‘Volgens mij goed. Ik zit in het derde jaar van de HAVO en de studie gaat prima. In de weekenden ben ik bijna altijd bij die nieuwe tent hier in het dorp te vinden, maar daar heb ik je nog nooit gezien. Hoe gaat het trouwens met jou?’
‘Ik ga twee dagen per week naar school en werk voor de rest op de boerderij.’
‘Bevalt dat goed?’
‘Ik vind het geweldig. Je moet eens komen kijken. Het is wel een gedoe met dat gezeur van de overheid, maar werken met dieren en de hele dag buiten zijn is super. Nou, kom je een keer kijken?’
Hans twijfelt heel erg. Dat boerenleven lijkt hem namelijk niets. Marga is er echter zo enthousiast over dat hij het voor zijn gevoel niet kan maken om niet te gaan en op de een of andere manier maakt ze hem ook wel nieuwsgierig.
‘Best. Ik kom een keer.’
‘Ga je nu gelijk mee of doe je het liever morgen?’
‘Zullen we het morgenochtend doen?’
‘Liever morgenmiddag. Als ik je thuis alles heb laten zien, kun je daarna, wat mij betreft, wel even meegaan naar onze keet.’
Hans kijkt wat bedenkelijk en dat valt Marga op.
‘Daar komen niet alleen boeren, hoor. Het is er echter veel gezelliger dan in het dorp en ook een stuk goedkoper. Volgens mij ga je het daar erg leuk vinden.’
‘Goed. Ik ga mee en ben om twee uur bij je.’
‘Afgesproken.’
Om commentaar van zijn ouders te voorkomen, besluit Hans thuis niet te zeggen dat hij bij Marga op de boerderij gaat kijken. Als hij na een geweldige zaterdagmiddag en -avond de volgende dag zijn ouders spreekt, is hij echter zo vol van zijn ervaringen dat hij er niet over kan zwijgen.
‘Tjonge, wat was het bijzonder om een paar uur op die boerderij rond te lopen. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik aan de beleving denk waarmee die mensen over hun dieren praten en hoe ze met hen werken. Verder heb ik gisteren meer échte mensen gesproken dan de afgelopen tien jaar bij elkaar. Die keet was ook super. Niets geen poespas, maar gewoon met elkaar kletsen, veel lol maken en wat drinken. Ik ga daarom vanmiddag weer en weet sinds gisteren ook wat ik met mijn toekomst wil.’
Zijn vader kijkt hem een beetje spottend aan.
‘Je gaat me toch niet vertellen dat je boer wordt?’
‘Jammer dat je zo reageert, want die mensen verdienen veel meer respect dan ze nu krijgen. Wat ik precies ga doen, weet ik trouwens nog niet. Die dieren, de mensen en de boerderij hebben echter mijn hart gestolen. Daarom ga ik morgen met Marga’s vader praten en hem vragen of hij me wil adviseren over mijn toekomst.’
‘Ik vind ten eerste je plan dom en ten tweede geloof ik niet dat die man in staat is om iemand van jouw niveau een goed advies te geven.’
‘Pa, denk niet dat die man dom is. Boeren zijn namelijk veel intelligenter dan de meeste mensen die een mening over hen hebben. Als hij me trouwens niet kan adviseren, weet hij vast wel iemand die dat wél kan en dat je mijn plan dom vindt, is jammer. Het verandert echter niets aan mijn besluit. Probeer dus maar niet om me op andere gedachten te brengen, want dat lukt niet.’
Hans ouders kijken hem verbijsterd aan en omdat er onder het eten geen woord meer wordt gezegd, staat de jongen als ze uitgegeten zijn meteen op om naar buiten te gaan. Daar belt hij Marga en die zegt dat de keet nog niet open is, maar dat hij gerust naar hen toe kan komen.
Onderweg beseft Hans dat er een moeilijke tijd aan gaat komen. Hij zal namelijk keuzes moeten maken en die zullen niet altijd gemakkelijk zijn. Vooral omdat hij van zijn ouders weinig steun verwacht en best eens fouten zal maken. Dat maakt hem echter niet bang, want in zijn gedachten telt er nog maar één ding. Namelijk dat hij niets meer moet en alleen nog aan zijn toekomst mag denken.
Zijn ouders en de mensen op school hebben hem daarom al diverse keren een geweldige toekomst voorspeld. Voor hen is het dan ook een vanzelfsprekendheid dat hij, na het behalen van zijn diploma, doorstroomt naar het VWO of, veel liever nog, een hbo-studie gaat doen.
Hans zelf is echter veel minder zeker over zijn studieplannen. Niet dat hij een hekel aan studeren heeft, maar wel omdat hij eraan twijfelt of hij een topfunctie leuk vindt. Natuurlijk is niet elke baan hetzelfde, maar hij komt sowieso in een wereldje van mensen die veel verdienen en daardoor, in zijn ogen, snel de neiging hebben om wijs te gaan doen. Zijn vader zegt dat hij daar snel aan gewend is, maar dat gelooft hij niet. Natuurlijk is een goed gevulde bankrekening erg leuk, maar hij vindt voldoende geld ook best. Plus dat hij liever omgaat met mensen die echt zijn dan met lui die leven zoals de buitenwereld van hen verwacht. Hij heeft het thuis al diverse keren over zijn twijfels gehad, maar zijn ouders hebben daar geen begrip voor en doen zijn woorden af als onzin. Dat heeft ze echter niets geholpen, want hij is er steeds zekerder van geworden dat hij wat studie betreft op een dood spoor zit.
Zijn grote probleem is echter dat hij wel zeker weet wat hij niet wil, maar nog geen flauw idee heeft wat hij wel wil. Ondanks dat hij nog twee jaar HAVO voor de boeg heeft en nog geen keuze hoeft te maken, vindt hij dat best lastig. Vooral omdat hij thuis dus gepusht wordt om voor het hoogst haalbare te gaan en zijn ouders nogal dwingend kunnen zijn. Als hij weet wat hij met zijn toekomst wil, zal hij hun mening echter gemakkelijker naast zich neer kunnen leggen en daar zou hij heel blij mee zijn.
Als hij op een vrijdagmiddag in het dorp loopt, krijgt hij opeens het gevoel dat zijn ouders ook best gelijk kunnen hebben. Als hij een tractor hoort toeteren en kijkt, ziet hij namelijk Marga, een meisje dat op de lagere school een groep hoger dan hij zat. Ze is gekleed in een overall en lijkt hartstikke vrolijk te zijn, maar hij krijgt meteen medelijden met haar. Dit lijkt hem namelijk geen leven voor een meisje van haar leeftijd en hij zou zelf ook veel liever op een kantoor dan op zo’n lawaaiige tractor zitten.
Het kan trouwens best zijn dat Marga niet anders wilde, want hij kan zich herinneren dat ze vroeger al veel liever op de boerderij dan op school was en dat is misschien nooit veranderd. Daarnaast kan ze ook nog steeds studeren en dit doen om haar vader te helpen. Hij kan zo echter vragen hoe het zit, want ze heeft haar tractor geparkeerd en staat iets verder lachend op hem te wachten.
‘Zo, dat is een tijd geleden. Ik heb je na de lagere school volgens mij nooit meer gezien of gesproken. Hoe is het met je?’
‘Volgens mij goed. Ik zit in het derde jaar van de HAVO en de studie gaat prima. In de weekenden ben ik bijna altijd bij die nieuwe tent hier in het dorp te vinden, maar daar heb ik je nog nooit gezien. Hoe gaat het trouwens met jou?’
‘Ik ga twee dagen per week naar school en werk voor de rest op de boerderij.’
‘Bevalt dat goed?’
‘Ik vind het geweldig. Je moet eens komen kijken. Het is wel een gedoe met dat gezeur van de overheid, maar werken met dieren en de hele dag buiten zijn is super. Nou, kom je een keer kijken?’
Hans twijfelt heel erg. Dat boerenleven lijkt hem namelijk niets. Marga is er echter zo enthousiast over dat hij het voor zijn gevoel niet kan maken om niet te gaan en op de een of andere manier maakt ze hem ook wel nieuwsgierig.
‘Best. Ik kom een keer.’
‘Ga je nu gelijk mee of doe je het liever morgen?’
‘Zullen we het morgenochtend doen?’
‘Liever morgenmiddag. Als ik je thuis alles heb laten zien, kun je daarna, wat mij betreft, wel even meegaan naar onze keet.’
Hans kijkt wat bedenkelijk en dat valt Marga op.
‘Daar komen niet alleen boeren, hoor. Het is er echter veel gezelliger dan in het dorp en ook een stuk goedkoper. Volgens mij ga je het daar erg leuk vinden.’
‘Goed. Ik ga mee en ben om twee uur bij je.’
‘Afgesproken.’
Om commentaar van zijn ouders te voorkomen, besluit Hans thuis niet te zeggen dat hij bij Marga op de boerderij gaat kijken. Als hij na een geweldige zaterdagmiddag en -avond de volgende dag zijn ouders spreekt, is hij echter zo vol van zijn ervaringen dat hij er niet over kan zwijgen.
‘Tjonge, wat was het bijzonder om een paar uur op die boerderij rond te lopen. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik aan de beleving denk waarmee die mensen over hun dieren praten en hoe ze met hen werken. Verder heb ik gisteren meer échte mensen gesproken dan de afgelopen tien jaar bij elkaar. Die keet was ook super. Niets geen poespas, maar gewoon met elkaar kletsen, veel lol maken en wat drinken. Ik ga daarom vanmiddag weer en weet sinds gisteren ook wat ik met mijn toekomst wil.’
Zijn vader kijkt hem een beetje spottend aan.
‘Je gaat me toch niet vertellen dat je boer wordt?’
‘Jammer dat je zo reageert, want die mensen verdienen veel meer respect dan ze nu krijgen. Wat ik precies ga doen, weet ik trouwens nog niet. Die dieren, de mensen en de boerderij hebben echter mijn hart gestolen. Daarom ga ik morgen met Marga’s vader praten en hem vragen of hij me wil adviseren over mijn toekomst.’
‘Ik vind ten eerste je plan dom en ten tweede geloof ik niet dat die man in staat is om iemand van jouw niveau een goed advies te geven.’
‘Pa, denk niet dat die man dom is. Boeren zijn namelijk veel intelligenter dan de meeste mensen die een mening over hen hebben. Als hij me trouwens niet kan adviseren, weet hij vast wel iemand die dat wél kan en dat je mijn plan dom vindt, is jammer. Het verandert echter niets aan mijn besluit. Probeer dus maar niet om me op andere gedachten te brengen, want dat lukt niet.’
Hans ouders kijken hem verbijsterd aan en omdat er onder het eten geen woord meer wordt gezegd, staat de jongen als ze uitgegeten zijn meteen op om naar buiten te gaan. Daar belt hij Marga en die zegt dat de keet nog niet open is, maar dat hij gerust naar hen toe kan komen.
Onderweg beseft Hans dat er een moeilijke tijd aan gaat komen. Hij zal namelijk keuzes moeten maken en die zullen niet altijd gemakkelijk zijn. Vooral omdat hij van zijn ouders weinig steun verwacht en best eens fouten zal maken. Dat maakt hem echter niet bang, want in zijn gedachten telt er nog maar één ding. Namelijk dat hij niets meer moet en alleen nog aan zijn toekomst mag denken.

Blikje tijd een momentje voor jezelf oranje. Artistiek weergegeven
blikje met hartje en meerdere kleuren. Een tijd momentje voor
jezelf. Even rust in deze gejaagde wereld.
KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES