Ik ken de dader

Model: Ik ken de dader
4,95 Excl. BTW: €4,95

0

Omschrijving

Als Rob een por van zijn vrouw krijgt en sirenes hoort, springt hij geschrokken zijn bed uit. Als hij het gordijn opendoet, schrikt hij echter nog erger.
‘Wat is er aan de hand?’
‘De auto’s van Joop en Klaas staan in brand.’
‘Is er iemand bij?’
‘Ja zijzelf, maar ik denk niet dat er nog iets aan te doen is. Ik ga even kijken.’

Rob rent zo snel hij kan naar beneden en lijkt niet meer te horen dat zijn vrouw, Tineke, hem naroept dat hij voorzichtig moet zijn. Wel schiet hij snel een jas aan en rent hij naar buiten. Hij hoeft niet te vragen hoe de auto’s zijn gaan branden, want buurman Joop komt met een van woede vertrokken gezicht naar hem toe.
‘Ze willen er niets over zeggen, maar ik weet zeker dat het aangestoken is. Ik weet niet of we toevallig de klos zijn of dat ze ons bewust hebben uitgekozen, maar vrees het laatste.’
‘Hoezo?’

‘Nou, ik heb de laatste weken op mijn werk een aantal vervelende beslissingen moeten nemen en dat leverde nogal wat herrie op. Het zou dus best eens een wraakactie kunnen zijn.’
‘Oké, maar daar heeft Klaas toch niets mee te maken?’
‘Dat is zo, maar de auto’s stonden stijf tegen elkaar aan en daarom vermoed ik dat het vuur is overgeslagen.’

Rob knikt en begrijpt wat de buurman bedoelt. Hij zit op zijn werk namelijk in een grote reorganisatie en heeft daarom nogal wat mensen slecht nieuws moeten brengen. Het merendeel beseft wel dat hij dit in opdracht doet, maar er kunnen ook mensen zijn die hem dit persoonlijk aanrekenen en wraak menen te moeten nemen.

‘Het is wel toevallig dat jullie de auto’s vannacht buiten hadden staan.’
‘Ja, we zouden morgen gaan varen en daarom hebben we de boten in de garage gezet. Misschien maar goed ook dat de auto’s buiten stonden. Als ze die binnen in de fik hadden gestoken, was het huis er met een beetje pech namelijk ook aangegaan en misschien nog wel meer.’

‘Heb je een vermoeden wie het gedaan heeft?’
‘Ik denk dus iemand van mijn werk, maar verdenk niemand.'
'Het kan natuurlijk ook iemand anders zijn geweest.'
'Mijn gevoel zegt van niet, maar je weet het natuurlijk nooit.’
‘Als je zo’n figuur in je handen krijgt, zou je hem of haar toch vernielen. Je zult trouwens het bericht maar krijgen dat je zoon of dochter een auto in de fik heeft gestoken. Ik weet zeker dat ik de dader per direct op straat zette. Je schaamt je toch gek als je kind zoiets doet.’

‘Jij hoeft je daar geen zorgen over te maken, want Ron doet zoiets niet.’
‘Nee, gelukkig niet.’
‘Ik ga trouwens naar binnen om een borrel te nemen. Hier word ik namelijk ook niet vrolijker en ik draai de ellende toch niet meer terug.’
‘Dat is waar. Hangen er trouwens nergens camera’s? Al helpt dat niet bij voorbaat iets, want dat gespuis weet die dingen namelijk zonder problemen te omzeilen.’
‘Ik heb daar nog niet aan gedacht, maar goed dat je het zegt. De mensen van de politie zullen daar namelijk vast wel meer van weten.’

Als Rob een paar tellen later thuis de kamer binnenloopt, ziet hij dat zijn vrouw weer naar boven is en daarom gaat hij ook. Ze is nog wel wakker en begint meteen te praten.
‘Het is toch niet normaal dat ze je zo te grazen nemen.’
‘We mogen blij zijn dat Ron zoiets niet doet, Is hij er trouwens nog niet?’
‘Nee, hij bleef bij Maaike slapen.’

Van slapen komt voor Tineke en Rob weinig meer. Daarom zitten ze, in tegenstelling tot normaal op zaterdagochtend, dit keer al voor acht uur aan het ontbijt. Natuurlijk krijgen ze het gelijk weer over afgelopen nacht.
‘Het is te hopen dat er ergens een camera hangt waar iets op te zien is. Al is het maar de vraag of ze die beelden als bewijs kunnen gebruiken. Het is immers niet strafbaar om ’s nachts buiten te zijn. Het is wel verdacht, maar meer ook niet.’

Omdat het zaterdag is en er boodschappen gedaan moeten worden, gaat het tweetal niet veel later op pad en wordt er niet meer over de brandstichting gesproken. Als ze tegen één uur thuiskomen en de buurman bij zijn verbrande auto zien staan, worden ze er echter direct weer aan herinnerd. Hij wenkt Rob en blijkt camerabeelden te hebben.
‘Heb je die van de politie?’
‘Nee, van die man van de Jumbo.’
‘Staat er iemand op?’
‘Ja, je ziet twee jongens uit een auto stappen, maar die zijn onherkenbaar.’
‘Mag ik eens kijken?’
‘Natuurlijk.’

Als Rob de beelden ziet, begint hij over zijn hele lijf te gloeien en lijkt zijn adem te worden afgesneden. Hij wordt ook licht in zijn hoofd en voelt de koude rillingen over zijn rug lopen. Hij herkent die ene jongen namelijk gelijk, want dat is Fred, de broer van Rons vriendin. Hij meent ook te zien dat de andere zijn zoon is en dat zorgt voor paniek en angst. Volgens hem kan het niet zo zijn dat Ron dit gedaan heeft, maar de beelden liegen niet en zeggen dat hij wel in de buurt is geweest. De grote vraag is echter wat hij nu moet. Hij heeft geen idee, maar wil zijn zoon niet bij voorbaat en zeker niet onterecht beschuldigen.

Als hij opgepakt wordt, dan weet in tijd van even het hele dorp het namelijk en heeft hij een naam die hij nooit meer kwijtraakt. Zijn toekomst is dan ook naar de knoppen, waardoor hij het beste maar met zijn studie kan stoppen. Met een brandstichter wil niemand immers iets te maken hebben en zo raar is dat niet.

Hij weet even niet wat hij tegen zijn buurman moet zeggen en is daarom blij dat de berger komt om de verbrande auto op te halen.
‘Ik herken niemand, maar zal er nog eens goed over nadenken. Je kunt die beelden zeker niet naar me doorsturen, zodat ik er thuis naar kan kijken?’
‘Dat kan wel. Ik doe het zo gelijk.’

Als Rob even later thuis de kamer binnen komt stormen, kijkt zijn vrouw hem verbaasd aan.
‘Ben je niet goed? Het lijkt namelijk wel of ze je achterna zitten en je ziet zo wit als een vaatdoek. Moet ik wat doen?’
‘Nee. De buurman had beelden van afgelopen nacht en daar staat de broer van Rons vriendin op en Ron volgens mij ook. Bij de Jumbo hangt namelijk een camera. Het is niet zeker dat die jongens brand hebben gesticht, maar het is wel verdacht en de politie zal ze daarom heel graag willen spreken.’

‘Dat denk ik ook, maar wat ga je doen? Hem aangeven zodat hij opgepakt en misschien veroordeeld wordt? Ik denk niet dat er veel ouders zijn die zoiets doen. Natuurlijk heeft hij iets strafbaars gedaan, maar het kan best per ongeluk gebeurd zijn en iedereen maakt weleens een foutje. Moeten we hem dus om dat ene moment een slechte naam bezorgen? Die krijgt hij namelijk zeker als ze hem oppakken, want je weet dat zoiets als een lopend vuurtje door het dorp gaat.’

Rob knikt.
‘Je hebt gelijk en de buurmannen hebben geen schade, want ze zijn goed verzekerd. Tenminste, dat vertelden ze. We moeten wel met Ron praten, want het kan natuurlijk zijn dat anderen hem ook op de beelden herkennen.’

Opeens pakt Robs vrouw hem bij zijn arm.
‘Daar komen de buurmannen aan en ze hebben twee flinke bierpakketten bij zich. Ze lachen trouwens net of ze de Staatsloterij hebben gewonnen. Je zou denken dat je droomt.’
‘Nou, zeg dat wel.’

Als de buurmannen binnenkomen, komt er snel een eind aan de onzekerheid van Rob en zijn vrouw. De mannen hebben namelijk geweldig en onverwacht nieuws.
‘Is Ron er niet.’
‘Nee, die is bij zijn vriendin.’

‘Geen punt. Dit is voor hem en zijn maat en breng hem onze dank maar over. Toen de jongens vannacht uit de kroeg kwamen, hebben ze de brandstichters namelijk op heterdaad betrapt. De auto’s stonden toen echter al in lichterlaaie en de daders wisten te ontkomen. Daarom zijn ze hen achternagegaan en hebben ze hen op het industrieterrein een pand in zien gaan. Omdat ze hun telefoons niet bij zich hadden, heeft er één de wacht gehouden en is de ander naar die benzinepomp gerend om de politie te bellen. Het heeft daardoor even geduurd, maar dat maakt niet uit. De zaak is opgelost en daar gaat het om.’

Ron kijkt zijn vrouw opgelucht aan en lijkt alles van net te zijn vergeten.
‘Buurman, ik zei vannacht dat ik blij was dat ik me geen zorgen om mijn zoon hoefde te maken. Dat hij boeven ving, had ik echter niet verwacht.’
‘Nou, wees maar trots op die jongen.’

Als de buurmannen weg zijn, blijken de ouders toch niet zo trots te zijn.
‘Zullen we dit maar snel vergeten en vooral dat we de naam en de toekomst van onze zoon belangrijker vonden dan gerechtigheid?’
‘Ja, we kunnen moeilijk tevreden met onszelf zijn.’

Blikje it's a girl paard
Blikje it's a girl paard. Wit blikje met roze ster en
zwarte lijntjes en hobbelpaard. Leuke kennisgeving van een geboorte.
Hartje op deksel. Het blikje wordt leeg geleverd, maar is door
u te vullen en in twee formaten leverbaar.

KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES