Geen woorden, maar daden

Model: Geen woorden, maar daden
4,95 Excl. BTW: €4,95

0

Omschrijving

Ernst woont inmiddels bijna een jaar samen met zijn dochter in een ouderwets gezellige straat en dat is een hele prestatie voor het meisje. Haar vader is vanwege een ongeluk namelijk gekluisterd aan zijn rolstoel en kan zijn benen niet meer gebruiken. Hij zou daarom naar een verpleegtehuis moeten, maar omdat Leonie, van bijna zestien, weet hoe fijn haar pa het thuis vindt, heeft ze besloten om er alles aan te doen dat hij hier kan blijven wonen.

Er komt wel thuiszorg en er zijn diverse buren die soms wat voor hem doen, maar het grootste deel van de verzorging komt voor het meisje haar rekening en dat vindt ze geen probleem. Natuurlijk mist ze het uitgaan met haar vriendinnen wel en haar vader heeft al diverse keren gezegd dat hij te veel beslag op haar leven legt, maar zij wil niet dat hij het huis uit gaat.
Zeker niet omdat de meeste mensen uit de straat haar hebben verzekerd dat ze dag en nacht bij hen aan kan kloppen als er iets is waar ze zelf niet uit kan komen. 

Plus dat haar beste vriendin de laatste tijd vaak bij haar blijft slapen zodat ze samen kunnen overleggen als er iets in en ze zich niet eenzaam hoeft te voelen. Vanavond is Suus er ook weer en daar wordt Leonie, geheel onverwacht, nog veel blijer van dan ze al was. Als ze tegen middernacht even bij haar vader is wezen kijken en naar de keuken loopt om een wijntje voor haar en haar vriendin in te schenken, staat ze namelijk opeens stijf van de schrik. 

Ze hoort namelijk water lopen en beseft dat het geluid uit de kelder komt en als ze de deur opent, ziet ze dat er al behoorlijk nat is. Daarom schreeuwt ze luidkeels naar haar vriendin en die komt enorm geschrokken naar haar toe.

‘Wat is er?’
‘Moet je kijken? Wat moeten we nu doen?’
‘Iemand bellen of roepen die weet hoe dit komt en alles wat op de vloer staat naar de keuken brengen. Als het onder water komt te staan, kun je het namelijk weggooien.’
‘Oké. Blijf jij maar hier, dan geef ik het wel aan.’

De meisjes werken zo hard als ze kunnen en daarom hebben ze de keldervloer al vrij snel leeg.
‘De spullen zijn in ieder geval veilig, maar wie moeten we bellen voor hulp?’
‘Geen idee. Waarschijnlijk het waterbedrijf of anders een bedrijf uit het dorp.’
‘Oké, maar wie en van dat waterleidingbedrijf heb ik volgens mij geen nummer.’
‘Misschien weet je vader het?’
‘Ik ga het vragen. Hij zal wel in paniek raken als hij mijn verhaal hoort en verdrietig zijn dat hij niet helpen kan, maar dat is niet anders. Als er hulp komt, is het probleem immers zo opgelost.’
‘Zouden die lui snel komen dan?’
‘Dat weet mijn pa ook vast wel.’

Leonie rent naar boven, maar het duurt lang voor ze terug is en daarom gaat Suus kijken waar ze blijft. Als ze in de slaapkamer van Leonies pa komt en vader en dochter huilend bij elkaar ziet zitten, moet ze echter haar uiterste best doen om niet mee te gaan huilen. Zeker als ze de man, gebroken door de emoties, hoort roepen dat hij een waardeloze vader is en dat zijn dochter alleen maar last van hem heeft. Hoewel Suus begrijpt dat Leonie haar pa nu liever niet alleen wil laten, beseft ze ook dat er iets moet gebeuren.

Opeens krijgt ze een idee.

‘Ik heb mijn vader weleens over de hoofdkraan gehoord. Als we die dicht draaien is het misschien over. Weet jij waar die kraan zit?’
‘Nee, maar ik gok van in de kelder.’
‘Daar staat inmiddels vast een flinke laag water. Laten we echter maar gaan kijken, want we moeten toch iets.’
‘Dat is zo.’

Als de meisjes in de kelder komen, zien ze dat er inderdaad al een behoorlijke laag water staat. Toch weten ze de hoofdkraan te vinden en dicht te draaien, maar helaas voor hen helpt dat niets.
Ze staan elkaar dan ook even met tranen in hun ogen aan te kijken. Na even schiet het Leonie te binnen dat de buren misschien wel raad weten. Ze hebben immers dat ze altijd bij hen aan kan kloppen voor hulp en dat gaat ze nu dus doen.

‘Tjonge, stom dat ik daar niet eerder aan heb gedacht.’
‘Waaraan?’
‘Om er een of meerdere buurmannen bij te halen. Als ik hulp nodig heb, kan ik volgens hen altijd aankloppen en ik heb nu wel iemand nodig.’

‘Klopt, maar het merendeel of iedereen zal inmiddels wel op bed liggen.’
‘Ze hebben altijd geroepen dat ik ook ’s nachts bij hen terecht kon.’
‘Laten we dan maar gaan kijken wie we wakker kunnen krijgen. Als jij de huizen aan deze kant van de straat neemt, neem ik die aan de andere kant. Kan ik overal aanbellen?’
‘Doe nummer twaalf maar niet. Dat zijn namelijk hele rare mensen, waar we nog nooit contact mee hebben gehad. Ik denk trouwens dat we helemaal niet aan hun huis toe komen en voor die tijd al lang hulp genoeg hebben.’

De volgende twintig minuten leveren Leonie echter meer tegenvallers op dan ze tot nu toe in haar leven te verwerken heeft gehad. Ondanks alle beloftes, is er namelijk niemand die zich verplicht voelt om met de meisjes mee te gaan en een poging te doen om hen te helpen. Als Leonie en Suus iedereen langs zijn geweest, staan ze dan ook wanhopige gezichten bij elkaar.
‘Wat is dit een tegenvaller en wat kunnen die mensen vreselijk liegen, bluffen en mooi praten. Van alle beloftes is immers niets terechtgekomen. Plus dat ze altijd net doen of ze alles weten en nu nergens verstand van zeggen te hebben. De halve straat lijkt trouwens niet naar buiten te mogen vanwege de griep en dat geloof ik ook niet. Tjonge, wat een teleurstelling. Ik heb wel diverse keren gehoord dat ik WLG uit de Dorpsstraat moet bellen, maar niemand heeft hun nummer en ze weten ook niet of die ’s nachts komen. Ze waren trouwens ook stuk voor stuk te beroerd om het nummer van dat waterleidingbedrijf voor me op te zoeken. Wat moeten we nu toch?’

Suus denkt raad te weten.
‘Mijn ouders zijn dit weekend weg dus die hoef ik niet te bellen en de rest van mijn familie woont een eind uit de buurt. Volgens mij hebben we daarom nog maar één optie en dat is toch naar die mensen van nummer twaalf gaan.’


Leonie twijfelt even, maar beseft dan dat haar vriendin gelijk heeft en daarom lopen de meisjes wat bedeesd naar het huis van de volgens iedereen rare mensen. Daar dringt het even later tot ze door dat mooie woorden niets zeggen, maar daden des te meer. De man en zijn zoon, die een enorme alcoholwalm bij zich dragen en zich weken niet geschoren en gewassen lijken te hebben, lopen namelijk meteen mee. Daarom zijn Leonie en Suus een paar uur later van een groot probleem verlost en daarnaast een illusie armer, maar een ervaring rijker.

 
Blikje voor de liefste oma zwart
Blikje voor de liefste oma zwart. Een stijlvol 
weergegeven blikje waar je oma absoluut erg
blij mee is. Zeker als je het zonder inhoud 
geleverde blikje hebt gevuld met iets lekkers.
 
KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES