Omschrijving
Joke staat met een triest gezicht voor het raam te kijken. Het is bijna kwart over twee en ze heeft al een paar uur geslapen. Toen ze een half uurtje geleden naar het toilet moest en zag dat zowel haar zoon Jim als haar man Ed er nog niet waren, was ze echter opeens klaarwakker.
Toch zou ze er inmiddels aan gewend kunnen zijn dat haar man en zoon op dit tijdstip nog niet thuis zijn, want dat zijn ze in het weekend bijna nooit.
Dat Jim er nog niet is, vindt ze op zich niet het ergste. Hij is immers net achttien en de jongeren maken het allemaal laat. Het punt is alleen dat hij erg veel drinkt en daar nogal agressief van wordt, waardoor het elke keer weer afwachten is hoe en wanneer hij thuiskomt.
De nachten die hij in een politiecel heeft doorgebracht zijn namelijk niet meer op de vingers van twee handen te tellen en de keren dat hij vanwege een vechtpartij naar de eerste hulp is geweest ook niet. De hoop dat hij op korte termijn verandert, heeft ze inmiddels opgegeven. Jim is een prima jongen en als hij nuchter is, valt er heel goed en overal met hem over te praten.
Na wat alcohol gaat er in zijn hoofd echter een knop om en is er geen land meer met hem te bezeilen. Hij heeft al wel diverse keren beterschap beloofd en soms gaat het ook een paar weken wat beter. Daarna gaat hij echter vanzelf weer meer drinken en zich minder gedragen, waardoor de ellende weer opnieuw begint. Joke heeft daarom nog maar één hoop.
Namelijk dat hij een leuk meisje ontmoet, want haar jongen zal immers niet de eerste zijn die door de liefde van zijn wilde haren wordt verlost.
Hij lijkt echter nog totaal geen aandacht voor het vrouwelijk schoon te hebben, maar dat kan natuurlijk snel veranderen. Hij hoeft immers maar één meisje tegen te komen en die gunt ze hem van harte.
Het zou voor haar een enorme opluchting zijn als Jim rustiger werd. Nu maakt ze zich namelijk continu zorgen dat het een keer fout gaat en hij óf een ander óf zichzelf in problemen brengt die niet meer op te lossen zijn en dat spookbeeld kan ze dan van zich afzetten.
Natuurlijk zou ze de zorgen over haar zoon met haar man moeten kunnen delen, maar dat kan al lang niet meer. Ed gaat wel elke dag werken, maar is haar verder namelijk eerder tot last dan tot steun. Hij drinkt minstens net zoveel en misschien nog wel meer dan zijn zoon, steekt thuis geen poot uit, gaat heel vaak alleen op pad en heeft ook nog een tijdje losse handjes gehad.
Nadat ze hem een keer flink met een stuk hout te lijf is geweest, is die ellende echter voorbij. Ze leven alleen wel als twee vreemden langs elkaar heen en van een relatie is dus geen sprake meer.
Daarom zou ze eigenlijk voor zichzelf moeten kiezen en de heren het zelf uit moeten laten zoeken. Ze vreest echter dat er dan van zowel haar zoon als haar man helemáál niets meer terechtkomt en daarom heeft ze die stap nog niet willen zetten.
Hoewel hij haar steeds weer erg veel zorgen baart, houdt ze namelijk nog zielsveel van Jim.
Ze denkt dat van Ed niet meer te doen, maar toch kan ze hem niet aan zijn lot overlaten. De keren dat ze dit wel wilde doen, meende ze namelijk dat hij ook goede kanten had en vond ze het zielig om hem nog verder af te laten glijden.
Als ze het op een gegeven moment koud begint te krijgen en op de klok kijkt, ziet ze dat het kwart voor drie is. Hoewel ze niet verwacht dat ze voorlopig zal slapen, besluit ze daarom toch maar naar bed te gaan.
Als ze in de keuken even een slokje water heeft genomen en de trap op wil lopen, hoort ze de voordeurbel. Daar schrikt ze enorm van, want Jim en Ed hebben een sleutel en daarom is haar eerste gedachte dat het politie is. Hoewel ze de angst door haar lijf voelt gieren, dwingt ze zichzelf toch om sterk te zijn en daarom loopt ze zonder te twijfelen naar de voordeur, waar ze inderdaad twee agenten treft.
‘Dag mevrouw. Mogen we even binnenkomen?’
‘Natuurlijk, maar wat is er aan de hand?’
‘We zijn op zoek naar uw zoon. Is hij thuis?’
‘Nee, ik had juist een tijdje voor het raam staan kijken of hij er zo onderhand eens aan kwam.’
‘Is hij echt niet thuis, mevrouw?’
‘Nee, ga maar boven kijken. Waarom moeten jullie hem trouwens hebben?’
‘Hij heeft een al wat oudere vrouw geslagen en een man van bijna dezelfde leeftijd zelfs zwaar mishandeld. Toen we hem wilden arresteren, heeft hij zich echter losgerukt en is hij gevlucht. We hebben het hele dorp al afgezocht, maar hij is nergens te vinden en daarom hoopten we dat hij hier was. Heeft u een idee waar hij kan zijn?’
‘Ik heb geen idee en kan hem, als hij thuiskomt, alleen zover proberen te krijgen dat hij contact met jullie opneemt of natuurlijk zelf bellen.’
‘We begrijpen dat het moeilijk voor u is om uw zoon aan te geven, maar zijn blij met uw medewerking. Als wij nieuws hebben, hoort u het van ons.’
Als de agenten weg zijn, voelt Joke pas goed hoe gespannen ze is. Toch schiet haar opeens iets te binnen. Daarom rent ze snel naar boven om zich aan te kleden, vliegt ze naar buiten om haar auto te pakken en rijdt ze even later, ondanks dat het nacht is, een stil bospad in.
Daar staat namelijk ergens een hokje van Staatsbosbeheer en ze weet dat haar zoon daar weleens met vrienden komt om wild te kijken.
Waar ze precies moet zijn weet ze niet, maar wel dat het hier in de buurt is. Ze hoeft echter niet te zoeken, want opeens ziet ze in de verte iemand lopen die haar bekend voorkomt en als ze haar grote licht aanzet, blijkt het Jim te zijn. Ze geeft daarom flink gas, zodat ze snel bij hem is.
‘Jim.’
‘Ma.’
‘De politie zoekt je.’
‘Dat weet ik.’
‘Wat heb je gedaan?’
‘Die kerel waar jij mee getrouwd bent flink in elkaar geslagen en dat rare spook wat hij bij zich had een klap gegeven omdat ze me mijn ogen uit probeerde te krabben. Ik was wel naar je toe gekomen, maar wilde eerst even wat tijd nemen om een beetje rustiger te worden.’
‘Waarom heb je je vader dan geslagen?’
‘Omdat die schooier met dat mens stond te flikflooien en ik hoorde van een vriend dat hij al veel langer iets met haar heeft. Die vent laat jou dus zijn eten koken en zijn was doen en belazert je met een ander. Dat vond ik zo laag van hem dat ik me niet in kon houden. Geen enkele vrouw verdient het om bedrogen te worden, maar jij zeker niet. Een betere moeder als jij is er namelijk niet te vinden. Ik beloof je dan ook om me vanaf nu zo te gedragen dat je je geen zorgen meer over me hoeft te maken.’
Joke vliegt haar zoon huilend van blijdschap in zijn armen en weet twee dingen heel zeker. Namelijk dat ze blij is dat ze de stap niet gezet heeft om Jim aan zijn lot over te laten, maar ook dat ze morgen een andere stap gaat zetten en dat is de scheiding van haar man aanvragen.
Toch zou ze er inmiddels aan gewend kunnen zijn dat haar man en zoon op dit tijdstip nog niet thuis zijn, want dat zijn ze in het weekend bijna nooit.
Dat Jim er nog niet is, vindt ze op zich niet het ergste. Hij is immers net achttien en de jongeren maken het allemaal laat. Het punt is alleen dat hij erg veel drinkt en daar nogal agressief van wordt, waardoor het elke keer weer afwachten is hoe en wanneer hij thuiskomt.
De nachten die hij in een politiecel heeft doorgebracht zijn namelijk niet meer op de vingers van twee handen te tellen en de keren dat hij vanwege een vechtpartij naar de eerste hulp is geweest ook niet. De hoop dat hij op korte termijn verandert, heeft ze inmiddels opgegeven. Jim is een prima jongen en als hij nuchter is, valt er heel goed en overal met hem over te praten.
Na wat alcohol gaat er in zijn hoofd echter een knop om en is er geen land meer met hem te bezeilen. Hij heeft al wel diverse keren beterschap beloofd en soms gaat het ook een paar weken wat beter. Daarna gaat hij echter vanzelf weer meer drinken en zich minder gedragen, waardoor de ellende weer opnieuw begint. Joke heeft daarom nog maar één hoop.
Namelijk dat hij een leuk meisje ontmoet, want haar jongen zal immers niet de eerste zijn die door de liefde van zijn wilde haren wordt verlost.
Hij lijkt echter nog totaal geen aandacht voor het vrouwelijk schoon te hebben, maar dat kan natuurlijk snel veranderen. Hij hoeft immers maar één meisje tegen te komen en die gunt ze hem van harte.
Het zou voor haar een enorme opluchting zijn als Jim rustiger werd. Nu maakt ze zich namelijk continu zorgen dat het een keer fout gaat en hij óf een ander óf zichzelf in problemen brengt die niet meer op te lossen zijn en dat spookbeeld kan ze dan van zich afzetten.
Natuurlijk zou ze de zorgen over haar zoon met haar man moeten kunnen delen, maar dat kan al lang niet meer. Ed gaat wel elke dag werken, maar is haar verder namelijk eerder tot last dan tot steun. Hij drinkt minstens net zoveel en misschien nog wel meer dan zijn zoon, steekt thuis geen poot uit, gaat heel vaak alleen op pad en heeft ook nog een tijdje losse handjes gehad.
Nadat ze hem een keer flink met een stuk hout te lijf is geweest, is die ellende echter voorbij. Ze leven alleen wel als twee vreemden langs elkaar heen en van een relatie is dus geen sprake meer.
Daarom zou ze eigenlijk voor zichzelf moeten kiezen en de heren het zelf uit moeten laten zoeken. Ze vreest echter dat er dan van zowel haar zoon als haar man helemáál niets meer terechtkomt en daarom heeft ze die stap nog niet willen zetten.
Hoewel hij haar steeds weer erg veel zorgen baart, houdt ze namelijk nog zielsveel van Jim.
Ze denkt dat van Ed niet meer te doen, maar toch kan ze hem niet aan zijn lot overlaten. De keren dat ze dit wel wilde doen, meende ze namelijk dat hij ook goede kanten had en vond ze het zielig om hem nog verder af te laten glijden.
Als ze het op een gegeven moment koud begint te krijgen en op de klok kijkt, ziet ze dat het kwart voor drie is. Hoewel ze niet verwacht dat ze voorlopig zal slapen, besluit ze daarom toch maar naar bed te gaan.
Als ze in de keuken even een slokje water heeft genomen en de trap op wil lopen, hoort ze de voordeurbel. Daar schrikt ze enorm van, want Jim en Ed hebben een sleutel en daarom is haar eerste gedachte dat het politie is. Hoewel ze de angst door haar lijf voelt gieren, dwingt ze zichzelf toch om sterk te zijn en daarom loopt ze zonder te twijfelen naar de voordeur, waar ze inderdaad twee agenten treft.
‘Dag mevrouw. Mogen we even binnenkomen?’
‘Natuurlijk, maar wat is er aan de hand?’
‘We zijn op zoek naar uw zoon. Is hij thuis?’
‘Nee, ik had juist een tijdje voor het raam staan kijken of hij er zo onderhand eens aan kwam.’
‘Is hij echt niet thuis, mevrouw?’
‘Nee, ga maar boven kijken. Waarom moeten jullie hem trouwens hebben?’
‘Hij heeft een al wat oudere vrouw geslagen en een man van bijna dezelfde leeftijd zelfs zwaar mishandeld. Toen we hem wilden arresteren, heeft hij zich echter losgerukt en is hij gevlucht. We hebben het hele dorp al afgezocht, maar hij is nergens te vinden en daarom hoopten we dat hij hier was. Heeft u een idee waar hij kan zijn?’
‘Ik heb geen idee en kan hem, als hij thuiskomt, alleen zover proberen te krijgen dat hij contact met jullie opneemt of natuurlijk zelf bellen.’
‘We begrijpen dat het moeilijk voor u is om uw zoon aan te geven, maar zijn blij met uw medewerking. Als wij nieuws hebben, hoort u het van ons.’
Als de agenten weg zijn, voelt Joke pas goed hoe gespannen ze is. Toch schiet haar opeens iets te binnen. Daarom rent ze snel naar boven om zich aan te kleden, vliegt ze naar buiten om haar auto te pakken en rijdt ze even later, ondanks dat het nacht is, een stil bospad in.
Daar staat namelijk ergens een hokje van Staatsbosbeheer en ze weet dat haar zoon daar weleens met vrienden komt om wild te kijken.
Waar ze precies moet zijn weet ze niet, maar wel dat het hier in de buurt is. Ze hoeft echter niet te zoeken, want opeens ziet ze in de verte iemand lopen die haar bekend voorkomt en als ze haar grote licht aanzet, blijkt het Jim te zijn. Ze geeft daarom flink gas, zodat ze snel bij hem is.
‘Jim.’
‘Ma.’
‘De politie zoekt je.’
‘Dat weet ik.’
‘Wat heb je gedaan?’
‘Die kerel waar jij mee getrouwd bent flink in elkaar geslagen en dat rare spook wat hij bij zich had een klap gegeven omdat ze me mijn ogen uit probeerde te krabben. Ik was wel naar je toe gekomen, maar wilde eerst even wat tijd nemen om een beetje rustiger te worden.’
‘Waarom heb je je vader dan geslagen?’
‘Omdat die schooier met dat mens stond te flikflooien en ik hoorde van een vriend dat hij al veel langer iets met haar heeft. Die vent laat jou dus zijn eten koken en zijn was doen en belazert je met een ander. Dat vond ik zo laag van hem dat ik me niet in kon houden. Geen enkele vrouw verdient het om bedrogen te worden, maar jij zeker niet. Een betere moeder als jij is er namelijk niet te vinden. Ik beloof je dan ook om me vanaf nu zo te gedragen dat je je geen zorgen meer over me hoeft te maken.’
Joke vliegt haar zoon huilend van blijdschap in zijn armen en weet twee dingen heel zeker. Namelijk dat ze blij is dat ze de stap niet gezet heeft om Jim aan zijn lot over te laten, maar ook dat ze morgen een andere stap gaat zetten en dat is de scheiding van haar man aanvragen.

Blikje topper oranje met zwart en hartje. Sommige
mensen leveren, op welk vlak dan ook, grote prestaties
en het is goed om ze te waarderen. Dan kan met mooie
woorden, maar ook met dit, leeg geleverd, blikje.
KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES
mensen leveren, op welk vlak dan ook, grote prestaties
en het is goed om ze te waarderen. Dan kan met mooie
woorden, maar ook met dit, leeg geleverd, blikje.
KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES