Omschrijving
‘Ik heb vanmiddag even kennisgemaakt met onze nieuwe buren. Het lijken me gezellige mensen en ze zijn van onze leeftijd. Ze gaan behoorlijk verbouwen, maar als ze klaar waren moesten we op de koffie komen en volgens de buurman had hij ook wel wat sterkers in huis.’
‘Leuk. Met de vorige buren hadden we amper contact, dus zou het leuk zijn als we met deze mensen wat beter op konden schieten.’
‘Hij hield trouwens ook van voetbal, dus misschien kunnen we samen naar wedstrijden gaan?’
‘Wie weet en als de buurvrouw dan van shoppen houdt, is het helemaal geweldig.’
Omdat de telefoon gaat, zwijgen Els en Ruud over de nieuwe buren. Als ze twee dagen later in de tuin bezig zijn en de nieuwe buurvrouw wil weten waar en hoe ze haar afval kwijt kan, staan ze echter weer een tijd te kletsen. Wanneer de buurvrouw, die Margot heet, telefoon krijgt en wegloopt, kijkt Els haar man lachend aan.
‘Tjonge, die is aardig. Ik had meteen een heel vertrouwd gevoel bij haar. Net of ik met mijn zus aan het kletsen was of met mijn beste vriendin.’
‘Leuk joh. Laten we alleen proberen om ons contact niet te overdrijven. Te close zijn met de buren levert op den duur namelijk bijna altijd ruzie op en dat moeten we zien te voorkomen.’
‘Je hebt gelijk. Als ze echt zo aardig zijn als ze nu lijken, moeten we hen echter ook niet negeren.’
‘Oké, maar er is een tussenweg.’
‘Dat is waar.’
Ondanks hun goede bedoelingen, wordt het contact met de buren al snel steeds intensiever. Ruud is de eerste die beseft wat ze aan het doen zijn. Als hij daar thuis met Els over begint, blijkt zij daar echter heel anders over te denken.
‘Volgens mij zie je problemen die er niet zijn. Natuurlijk gaan we veel met hen om, maar dat is toch gezellig?’
‘Zeker en dat wil ik ook graag zo houden. Het moet alleen niet fout lopen, want dan wonen we, in ieder geval voorlopig, naast mensen waar we problemen mee hebben. Dat wil jij toch ook niet?’
‘Nee, maar dat gebeurt ook niet.’
‘Daar ben ik dus niet zo zeker van.’
‘Volgens mij krijgen we pas problemen als we hen op een afstandje gaan houden. De spontaniteit tussen ons is dan namelijk weg en dat kan funest zijn voor de hechte band die we met hen hebben.’
Ruud beseft dat Els geen ongelijk heeft.
‘Misschien is het inderdaad niet verstandig om anders tegen hen te gaan doen. Denk trouwens niet dat ik iets tegen ze heb, want leukere buren hadden we ons niet kunnen wensen.’
Els knikt bevestigend.
‘Laten we het er daarom maar niet meer over hebben en gewoon zorgen dat we het goed houden met elkaar.’
‘Doen we. Erik vroeg trouwens of ik vrijdag mee ging naar De Graafschap tegen Heracles. Ik heb gezegd dat het goed was. Misschien is het leuk als jij en Margot dan ook iets samen gaan doen.’
‘Goed plan. Ik ga gelijk even naar haar toe om iets af te spreken.’
‘Ze moet natuurlijk wel kunnen en zin hebben.’
‘Ze begon er vorige week al over om een keer met zijn tweetjes op stap te gaan.’
Omdat de buurvrouw, zoals Els dus al verwachtte, het er gelijk mee eens was om samen uit te gaan, lopen ze vrijdagsavonds in een prima stemming naar het dorp. Als ze daar, na heerlijk te hebben gegeten, op een terrasje zitten, krijgt de avond voor Els echter een totaal onverwachte wending.
‘Wat mooi dat we naast jullie zijn komen wonen en we het zo goed met elkaar kunnen vinden.’
‘Daar zijn wij ook erg blij mee. Het is trouwens heel apart dat we al zulke dikke vriendinnen zijn geworden. Ruud zei verleden week zelfs nog plagend dat je gelukkig geen man was.’
Margot krijgt opeens een nogal bijzondere blik in haar ogen, maar zegt niets en begint over iets anders. Het blijft echter gezellig en zeker nadat ze wat wijntjes hebben gedronken. Els meent ook dat het daaraan ligt dat Margot gedurende de avond steeds vaker aan haar zit. Ze vindt dat trouwens geen probleem, want voor haar is het een ultiem teken van vriendschap.
Als ze tegen elf uur over een stille weg naar huis lopen, blijkt het echter toch anders te zijn dan ze had gedacht. Margot pakt namelijk eerst haar hand en begint haar dan vol passie te zoenen. Eerst is Els zo verrast dat ze het laat gebeuren, maar dan duwt ze de buurvrouw van zich af.
‘Wat doe je, joh?’
‘Sorry. Ik dacht dat jij hetzelfde voor mij voelde dan ik voor jou.’
‘Ik vind je erg leuk en aardig, maar ben gelukkig met Ruud en val niet op dames. Weet Erik dat je dit doet en ben je echt op zoek naar een vrouw?’
Margot heeft een kleur als vuur gekregen en lijkt zich nogal te schamen.
‘Hij weet het niet en ik heb nog nooit iets met een vrouw gehad. Voor jou voelde ik echter gelijk iets speciaals. Ik heb die gevoelens weg proberen te stoppen, maar dat is mislukt. Vooral omdat ik meende dat je ook iets voor mij voelde. Wil je hier alsjeblieft met niemand over praten en normaal tegen me blijven doen?’
‘Als dit van vanavond eenmalig was, is er wat mij betreft niets veranderd. Je gaat hier toch wel met Erik over praten.’
‘Dat weet ik nog niet. Ik ga morgen voor een weekje naar mijn zus en daar heb ik alle tijd om over mijn leven en gevoelens na te denken. Als ik terugkom, zal ik eerlijk tegen je zijn.’
Els knikt, maar krijgt een onbestemd gevoel.
‘Ik hoop dat je de zaken voor jezelf op een rijtje kunt krijgen. Moet ik me trouwens ergens zorgen over maken?’
‘Nee hoor. Dat is nergens voor nodig.’
Els beleeft het laatste stukje naar huis als in een droom en als Ruud tegen half twaalf de kamer binnenkomt, heeft hij meteen door dat er iets is.
‘Wat kijk je triest? Was het niet gezellig?’
‘Jawel, maar Margot had een verrassing voor me.’
‘Wat dan?’
Als Els alles heeft verteld, kijkt Ruud haar even doordringend aan.
‘En?’
‘Wat bedoel je?’
‘Moet ik me zorgen maken?’
‘Nee joh. Ik vind Margot een geweldige vriendin, maar hou alleen van jou. Al vind ik het wel rot dat ik haar een verkeerde indruk heb gegeven. Zij zit nu immers door mij in de ellende.’
‘Volgens mij zit het anders dan jij denkt.’
‘Hoezo?’
‘Jij hebt Margot de aandacht gegeven die ze van haar man had moeten krijgen en daarom denk ik dat ze wat dingen door elkaar heeft gehaald. Volgens Erik ging hun huwelijk namelijk al tijden niet goed en hoopten ze in dit huis weer dichter naar elkaar toe te groeien. Of dat gaat gebeuren, weet ik niet. Hij is zonder Margot namelijk veel minder leuk dan wanneer ze samen zijn. Ik schrik dus eigenlijk niet eens van je verhaal.’
Ruud blijkt een vooruitziende blik te hebben, want de buurvrouw komt niet meer thuis. Dat vinden Els en hij erg beroerd voor hun buren, maar ze spreken ook iets met elkaar af.
‘Laten we afspreken om nooit meer zo hecht met anderen te worden. Goed bevriend zijn is geen probleem, maar we woonden nu bijna bij elkaar in huis en dat moeten we niet meer doen. We hebben nu wel geen ruzie gekregen, maar hadden wel flink in de problemen kunnen komen.’
‘Je hebt gelijk. Al hoop ik wel dat ze over een tijdje alsnog allebei gelukkig worden.’
‘Ik ook.’
‘Leuk. Met de vorige buren hadden we amper contact, dus zou het leuk zijn als we met deze mensen wat beter op konden schieten.’
‘Hij hield trouwens ook van voetbal, dus misschien kunnen we samen naar wedstrijden gaan?’
‘Wie weet en als de buurvrouw dan van shoppen houdt, is het helemaal geweldig.’
Omdat de telefoon gaat, zwijgen Els en Ruud over de nieuwe buren. Als ze twee dagen later in de tuin bezig zijn en de nieuwe buurvrouw wil weten waar en hoe ze haar afval kwijt kan, staan ze echter weer een tijd te kletsen. Wanneer de buurvrouw, die Margot heet, telefoon krijgt en wegloopt, kijkt Els haar man lachend aan.
‘Tjonge, die is aardig. Ik had meteen een heel vertrouwd gevoel bij haar. Net of ik met mijn zus aan het kletsen was of met mijn beste vriendin.’
‘Leuk joh. Laten we alleen proberen om ons contact niet te overdrijven. Te close zijn met de buren levert op den duur namelijk bijna altijd ruzie op en dat moeten we zien te voorkomen.’
‘Je hebt gelijk. Als ze echt zo aardig zijn als ze nu lijken, moeten we hen echter ook niet negeren.’
‘Oké, maar er is een tussenweg.’
‘Dat is waar.’
Ondanks hun goede bedoelingen, wordt het contact met de buren al snel steeds intensiever. Ruud is de eerste die beseft wat ze aan het doen zijn. Als hij daar thuis met Els over begint, blijkt zij daar echter heel anders over te denken.
‘Volgens mij zie je problemen die er niet zijn. Natuurlijk gaan we veel met hen om, maar dat is toch gezellig?’
‘Zeker en dat wil ik ook graag zo houden. Het moet alleen niet fout lopen, want dan wonen we, in ieder geval voorlopig, naast mensen waar we problemen mee hebben. Dat wil jij toch ook niet?’
‘Nee, maar dat gebeurt ook niet.’
‘Daar ben ik dus niet zo zeker van.’
‘Volgens mij krijgen we pas problemen als we hen op een afstandje gaan houden. De spontaniteit tussen ons is dan namelijk weg en dat kan funest zijn voor de hechte band die we met hen hebben.’
Ruud beseft dat Els geen ongelijk heeft.
‘Misschien is het inderdaad niet verstandig om anders tegen hen te gaan doen. Denk trouwens niet dat ik iets tegen ze heb, want leukere buren hadden we ons niet kunnen wensen.’
Els knikt bevestigend.
‘Laten we het er daarom maar niet meer over hebben en gewoon zorgen dat we het goed houden met elkaar.’
‘Doen we. Erik vroeg trouwens of ik vrijdag mee ging naar De Graafschap tegen Heracles. Ik heb gezegd dat het goed was. Misschien is het leuk als jij en Margot dan ook iets samen gaan doen.’
‘Goed plan. Ik ga gelijk even naar haar toe om iets af te spreken.’
‘Ze moet natuurlijk wel kunnen en zin hebben.’
‘Ze begon er vorige week al over om een keer met zijn tweetjes op stap te gaan.’
Omdat de buurvrouw, zoals Els dus al verwachtte, het er gelijk mee eens was om samen uit te gaan, lopen ze vrijdagsavonds in een prima stemming naar het dorp. Als ze daar, na heerlijk te hebben gegeten, op een terrasje zitten, krijgt de avond voor Els echter een totaal onverwachte wending.
‘Wat mooi dat we naast jullie zijn komen wonen en we het zo goed met elkaar kunnen vinden.’
‘Daar zijn wij ook erg blij mee. Het is trouwens heel apart dat we al zulke dikke vriendinnen zijn geworden. Ruud zei verleden week zelfs nog plagend dat je gelukkig geen man was.’
Margot krijgt opeens een nogal bijzondere blik in haar ogen, maar zegt niets en begint over iets anders. Het blijft echter gezellig en zeker nadat ze wat wijntjes hebben gedronken. Els meent ook dat het daaraan ligt dat Margot gedurende de avond steeds vaker aan haar zit. Ze vindt dat trouwens geen probleem, want voor haar is het een ultiem teken van vriendschap.
Als ze tegen elf uur over een stille weg naar huis lopen, blijkt het echter toch anders te zijn dan ze had gedacht. Margot pakt namelijk eerst haar hand en begint haar dan vol passie te zoenen. Eerst is Els zo verrast dat ze het laat gebeuren, maar dan duwt ze de buurvrouw van zich af.
‘Wat doe je, joh?’
‘Sorry. Ik dacht dat jij hetzelfde voor mij voelde dan ik voor jou.’
‘Ik vind je erg leuk en aardig, maar ben gelukkig met Ruud en val niet op dames. Weet Erik dat je dit doet en ben je echt op zoek naar een vrouw?’
Margot heeft een kleur als vuur gekregen en lijkt zich nogal te schamen.
‘Hij weet het niet en ik heb nog nooit iets met een vrouw gehad. Voor jou voelde ik echter gelijk iets speciaals. Ik heb die gevoelens weg proberen te stoppen, maar dat is mislukt. Vooral omdat ik meende dat je ook iets voor mij voelde. Wil je hier alsjeblieft met niemand over praten en normaal tegen me blijven doen?’
‘Als dit van vanavond eenmalig was, is er wat mij betreft niets veranderd. Je gaat hier toch wel met Erik over praten.’
‘Dat weet ik nog niet. Ik ga morgen voor een weekje naar mijn zus en daar heb ik alle tijd om over mijn leven en gevoelens na te denken. Als ik terugkom, zal ik eerlijk tegen je zijn.’
Els knikt, maar krijgt een onbestemd gevoel.
‘Ik hoop dat je de zaken voor jezelf op een rijtje kunt krijgen. Moet ik me trouwens ergens zorgen over maken?’
‘Nee hoor. Dat is nergens voor nodig.’
Els beleeft het laatste stukje naar huis als in een droom en als Ruud tegen half twaalf de kamer binnenkomt, heeft hij meteen door dat er iets is.
‘Wat kijk je triest? Was het niet gezellig?’
‘Jawel, maar Margot had een verrassing voor me.’
‘Wat dan?’
Als Els alles heeft verteld, kijkt Ruud haar even doordringend aan.
‘En?’
‘Wat bedoel je?’
‘Moet ik me zorgen maken?’
‘Nee joh. Ik vind Margot een geweldige vriendin, maar hou alleen van jou. Al vind ik het wel rot dat ik haar een verkeerde indruk heb gegeven. Zij zit nu immers door mij in de ellende.’
‘Volgens mij zit het anders dan jij denkt.’
‘Hoezo?’
‘Jij hebt Margot de aandacht gegeven die ze van haar man had moeten krijgen en daarom denk ik dat ze wat dingen door elkaar heeft gehaald. Volgens Erik ging hun huwelijk namelijk al tijden niet goed en hoopten ze in dit huis weer dichter naar elkaar toe te groeien. Of dat gaat gebeuren, weet ik niet. Hij is zonder Margot namelijk veel minder leuk dan wanneer ze samen zijn. Ik schrik dus eigenlijk niet eens van je verhaal.’
Ruud blijkt een vooruitziende blik te hebben, want de buurvrouw komt niet meer thuis. Dat vinden Els en hij erg beroerd voor hun buren, maar ze spreken ook iets met elkaar af.
‘Laten we afspreken om nooit meer zo hecht met anderen te worden. Goed bevriend zijn is geen probleem, maar we woonden nu bijna bij elkaar in huis en dat moeten we niet meer doen. We hebben nu wel geen ruzie gekregen, maar hadden wel flink in de problemen kunnen komen.’
‘Je hebt gelijk. Al hoop ik wel dat ze over een tijdje alsnog allebei gelukkig worden.’
‘Ik ook.’

Blikje juf bedankt. Een stijlvol kadootje om de juf te bedanken voor
wat ze voor uw kind(eren) heeft gedaan. Dit kan aan het einde van
een schooljaar, maar ook zomaar een keer. Het blikje wordt leeg
geleverd, maar kan door u gevuld worden.
KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES
wat ze voor uw kind(eren) heeft gedaan. Dit kan aan het einde van
een schooljaar, maar ook zomaar een keer. Het blikje wordt leeg
geleverd, maar kan door u gevuld worden.
KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES