Omschrijving
‘Ga je vanavond nog naar de vergadering van de buurtvereniging?’
‘Natuurlijk. Ik heb al een briefje met een stuk of zes punten in mijn zak zitten en vind het belangrijk om bij die bestuursverkiezing te zijn. Volgens mij is het namelijk hoog tijd dat er vers bloed in het bestuur komt. Er zit nu namelijk een vastgeroest clubje met ideeën uit het jaar nul en verder heb ik niet het gevoel dat ze op een goede manier met het binnenkomende geld omgaan.’
Ruuds vrouw Agnes kijkt hem wat verbaasd aan.
‘Ik dacht juist dat ze hun zaakjes prima voor elkaar hadden en vind dat ze erg goed bezig zijn. Moet je kijken wat ze allemaal organiseren en dan voor alle leeftijden. Als je de verhalen van andere verenigingen hoort, vind ik dan ook dat we het enorm met dit bestuur getroffen hebben.’
‘Ik begrijp dat je dit zegt. Als je niet verder kijkt dan je neus lang is, lijkt het namelijk inderdaad dat we een perfecte club met een geweldig bestuur hebben. Als je, zoals ik, de nodige ervaring met het verenigingsleven hebt, zie je echter dat het veel te behoudend is en een stuk beter kan.’
Agnes schudt lichtjes haar hoofd en lijkt zich een aan haar man te ergeren.
‘Ik denk dat ik er anders naar kijk dan jij. Het gaat er namelijk om wat je van een buurtvereniging verwacht. Ik vind dat ze ontspanning en gezelligheid moeten brengen en dat doen ze heel goed. Daarnaast hebben ze er nog nooit een financiële bende van gemaakt, dus ben ik dik tevreden met het bestuur.’
‘Zo jij denkt, dacht men dertig, veertig jaar geleden. We leven nu echter in 2025 en de wereld is veranderd. Daarom moeten er jonge mensen in het bestuur die niet zo ouderwets denken. Kijk maar om je heen. Overal worden spectaculaire evenementen georganiseerd en wij zitten hier steeds met die suffe bingo’s, playbackshows en klaverjastoernooien. Plus dat de jeugd inmiddels wel klaar is met die flauwe knutselmiddagen en disco’s met muziek van jaren geleden.’
‘Ben je niet bang dat jij de enige bent die vindt dat het anders moet? Als ik naar de opkomst bij de evenementen kijk en de mensen hoor praten, is het overgrote merendeel van de leden namelijk erg positief over wat er gebeurt.’
Ruud knikt wat demonstratief.
‘Dat is waar, maar komt omdat men, net als jij, niet beter weet. Het zijn hier in de buurt namelijk eenvoudige mensen, die snel tevreden zijn en niet echt weten wat er in de wereld te koop is. Waar blijft trouwens alle contributie die binnenkomt? Dat gaat niet op aan de evenementen, want die kosten geen drol. Dat geld komt dus op de bank en daar schieten we niets mee op. Je kunt namelijk beter arm en een sprankelende vereniging zijn, dan andersom.’
‘Waarom heb jij je niet beschikbaar gesteld voor het bestuur? Ze zijn namelijk al tijden op zoek naar vervanging voor Wamel en Van Dinteren. Die mannen zijn in de zeventig en doen het al jaren, dus kan ik me goed voorstellen dat ze er klaar mee zijn. Daarnaast vind ik het trouwens nergens op slaan dat al die jongere kerels, en jij dus ook, de oudjes het werk laten doen.’
Ruud had deze vraag blijkbaar al verwacht, want hij hoeft geen moment over zijn antwoord na te denken.
‘Ik heb er wel met een paar bestuursleden over gesproken om me aan te melden, maar kreeg het gevoel dat ze niet op me zaten te wachten. Ergens begrijp ik dat wel, want ze weten dat ik een kritisch en vooruitstrevend persoon ben en dat past niet bij hen. Ze hadden het toen trouwens ook over anderen en daarom heb ik dat bestuur uit mijn hoofd gezet. Als ze me graag hadden gewild, had ik het wel gedaan. Ik ga me echter niet opdringen.’
Ruud heeft zijn verhaal zo overtuigend verteld dat Agnes er geen moment aan denkt dat hij niet de waarheid spreekt. ’s Avonds bij de vergadering verloopt het echter een stuk minder gemakkelijk voor hem. Als ze, nadat hij de hele vergadering op alles en iedereen forse kritiek heeft gehad, aan de bestuursvergadering toe zijn, zorgt de voorzitter namelijk voor een daverende en voor Ruud enorm vervelende verrassing.
‘U heeft allemaal op uw uitnodiging de namen van de vertrekkende bestuursleden zien staan en ook van de mensen die bereid zijn om hen op te volgen. Omdat niemand tegen de benoeming van de nieuwelingen is, zou de bestuursverkiezing daardoor dus snel voorbij moeten zijn. Dat is het echter niet, want ik heb namelijk besloten dat ik per direct stop als voorzitter.’
De mensen zijn opeens muisstil en de bestuursleden kijken hun voorzitter geschrokken aan. Ruud blijkt als enige niet onder de indruk te zijn.
‘We weten allemaal dat een bestuurslid die zijn of haar functie neerlegt dit normaal gesproken vroegtijdig bekendmaakt. Ik neem daarom aan dat je iets ergs is overkomen, want anders vind ik het een slechte zaak dat je vertrekt. Het lijkt me dus normaal dat je de reden van je vertrek vertelt.’
De voorzitter kijkt eerst het zaaltje rond, maar vervolgens Ruud strak aan.
‘Je hoeft me niet uit te leggen hoe het normaal gaat met vertrekkende bestuurders, want dat weet ik wel. Er is ook geen sprake van narigheid. De enige reden dat ik vanavond schoon genoeg van mijn werk als voorzitter heb gekregen, is jouw gedrag.’
Ruud voelt wel aan wat de voorzitter bedoelt, maar houdt zich van de domme.
‘Dat begrijp ik niet. Ik heb een aantal kritische, maar in mijn ogen heel normale opmerkingen gemaakt en kan me niet voorstellen dat dit voor een ervaren iemand als jij een reden is om te vertrekken.’
‘Dat is ook niet mijn bedoeling. Ik wil echter wel mijn ergernis uitspreken over je gedrag van zowel vanavond als van de laatste maanden en zelfs jaren. Je doet namelijk nooit anders dan kritiek leveren en dat is nog niet het ergste. Dat je, ondanks dat je al heel vaak gevraagd bent, nooit iets voor onze vereniging wil doen, is namelijk veel erger. Vooral omdat de redenen die je opgeeft, smoesjes zijn. Je hebt namelijk tijd genoeg en we hebben altijd opengestaan voor nieuwe ideeën. Als die tenminste goed zijn, want jij komt meestal met dingen die de meeste mensen niet zien zitten. Het lijkt echter niet tot je door te dringen wat je aan het doen bent en daarom heb ik twee vragen voor je.’
Ruud knikt met een gewichtige trek op zijn gezicht.
‘Ik ben benieuwd wat je van me wil weten.’
‘Niets. Ik wil je alleen verzoeken om óf als extra bestuurslid toe te treden óf je net zo normaal te gaan gedragen als ieder ander. Als je in het bestuur komt, kun je meepraten over het beleid en kun je ervaren met welke zaken wij te maken krijgen. Doe je dat niet, dan vraag ik je dus om vanaf nu normaal te doen of anders niet meer te komen. Je bent nu namelijk de vereniging aan het verzieken en dat laat ik niet gebeuren. Ik ben tot slot niet de enige die zo over je denkt, want er zijn nog veel meer mensen die dat gezeur van je spuugzat zijn.’
Ruud staat op en loopt zwijgend naar buiten om niet meer terug te komen.
‘Natuurlijk. Ik heb al een briefje met een stuk of zes punten in mijn zak zitten en vind het belangrijk om bij die bestuursverkiezing te zijn. Volgens mij is het namelijk hoog tijd dat er vers bloed in het bestuur komt. Er zit nu namelijk een vastgeroest clubje met ideeën uit het jaar nul en verder heb ik niet het gevoel dat ze op een goede manier met het binnenkomende geld omgaan.’
Ruuds vrouw Agnes kijkt hem wat verbaasd aan.
‘Ik dacht juist dat ze hun zaakjes prima voor elkaar hadden en vind dat ze erg goed bezig zijn. Moet je kijken wat ze allemaal organiseren en dan voor alle leeftijden. Als je de verhalen van andere verenigingen hoort, vind ik dan ook dat we het enorm met dit bestuur getroffen hebben.’
‘Ik begrijp dat je dit zegt. Als je niet verder kijkt dan je neus lang is, lijkt het namelijk inderdaad dat we een perfecte club met een geweldig bestuur hebben. Als je, zoals ik, de nodige ervaring met het verenigingsleven hebt, zie je echter dat het veel te behoudend is en een stuk beter kan.’
Agnes schudt lichtjes haar hoofd en lijkt zich een aan haar man te ergeren.
‘Ik denk dat ik er anders naar kijk dan jij. Het gaat er namelijk om wat je van een buurtvereniging verwacht. Ik vind dat ze ontspanning en gezelligheid moeten brengen en dat doen ze heel goed. Daarnaast hebben ze er nog nooit een financiële bende van gemaakt, dus ben ik dik tevreden met het bestuur.’
‘Zo jij denkt, dacht men dertig, veertig jaar geleden. We leven nu echter in 2025 en de wereld is veranderd. Daarom moeten er jonge mensen in het bestuur die niet zo ouderwets denken. Kijk maar om je heen. Overal worden spectaculaire evenementen georganiseerd en wij zitten hier steeds met die suffe bingo’s, playbackshows en klaverjastoernooien. Plus dat de jeugd inmiddels wel klaar is met die flauwe knutselmiddagen en disco’s met muziek van jaren geleden.’
‘Ben je niet bang dat jij de enige bent die vindt dat het anders moet? Als ik naar de opkomst bij de evenementen kijk en de mensen hoor praten, is het overgrote merendeel van de leden namelijk erg positief over wat er gebeurt.’
Ruud knikt wat demonstratief.
‘Dat is waar, maar komt omdat men, net als jij, niet beter weet. Het zijn hier in de buurt namelijk eenvoudige mensen, die snel tevreden zijn en niet echt weten wat er in de wereld te koop is. Waar blijft trouwens alle contributie die binnenkomt? Dat gaat niet op aan de evenementen, want die kosten geen drol. Dat geld komt dus op de bank en daar schieten we niets mee op. Je kunt namelijk beter arm en een sprankelende vereniging zijn, dan andersom.’
‘Waarom heb jij je niet beschikbaar gesteld voor het bestuur? Ze zijn namelijk al tijden op zoek naar vervanging voor Wamel en Van Dinteren. Die mannen zijn in de zeventig en doen het al jaren, dus kan ik me goed voorstellen dat ze er klaar mee zijn. Daarnaast vind ik het trouwens nergens op slaan dat al die jongere kerels, en jij dus ook, de oudjes het werk laten doen.’
Ruud had deze vraag blijkbaar al verwacht, want hij hoeft geen moment over zijn antwoord na te denken.
‘Ik heb er wel met een paar bestuursleden over gesproken om me aan te melden, maar kreeg het gevoel dat ze niet op me zaten te wachten. Ergens begrijp ik dat wel, want ze weten dat ik een kritisch en vooruitstrevend persoon ben en dat past niet bij hen. Ze hadden het toen trouwens ook over anderen en daarom heb ik dat bestuur uit mijn hoofd gezet. Als ze me graag hadden gewild, had ik het wel gedaan. Ik ga me echter niet opdringen.’
Ruud heeft zijn verhaal zo overtuigend verteld dat Agnes er geen moment aan denkt dat hij niet de waarheid spreekt. ’s Avonds bij de vergadering verloopt het echter een stuk minder gemakkelijk voor hem. Als ze, nadat hij de hele vergadering op alles en iedereen forse kritiek heeft gehad, aan de bestuursvergadering toe zijn, zorgt de voorzitter namelijk voor een daverende en voor Ruud enorm vervelende verrassing.
‘U heeft allemaal op uw uitnodiging de namen van de vertrekkende bestuursleden zien staan en ook van de mensen die bereid zijn om hen op te volgen. Omdat niemand tegen de benoeming van de nieuwelingen is, zou de bestuursverkiezing daardoor dus snel voorbij moeten zijn. Dat is het echter niet, want ik heb namelijk besloten dat ik per direct stop als voorzitter.’
De mensen zijn opeens muisstil en de bestuursleden kijken hun voorzitter geschrokken aan. Ruud blijkt als enige niet onder de indruk te zijn.
‘We weten allemaal dat een bestuurslid die zijn of haar functie neerlegt dit normaal gesproken vroegtijdig bekendmaakt. Ik neem daarom aan dat je iets ergs is overkomen, want anders vind ik het een slechte zaak dat je vertrekt. Het lijkt me dus normaal dat je de reden van je vertrek vertelt.’
De voorzitter kijkt eerst het zaaltje rond, maar vervolgens Ruud strak aan.
‘Je hoeft me niet uit te leggen hoe het normaal gaat met vertrekkende bestuurders, want dat weet ik wel. Er is ook geen sprake van narigheid. De enige reden dat ik vanavond schoon genoeg van mijn werk als voorzitter heb gekregen, is jouw gedrag.’
Ruud voelt wel aan wat de voorzitter bedoelt, maar houdt zich van de domme.
‘Dat begrijp ik niet. Ik heb een aantal kritische, maar in mijn ogen heel normale opmerkingen gemaakt en kan me niet voorstellen dat dit voor een ervaren iemand als jij een reden is om te vertrekken.’
‘Dat is ook niet mijn bedoeling. Ik wil echter wel mijn ergernis uitspreken over je gedrag van zowel vanavond als van de laatste maanden en zelfs jaren. Je doet namelijk nooit anders dan kritiek leveren en dat is nog niet het ergste. Dat je, ondanks dat je al heel vaak gevraagd bent, nooit iets voor onze vereniging wil doen, is namelijk veel erger. Vooral omdat de redenen die je opgeeft, smoesjes zijn. Je hebt namelijk tijd genoeg en we hebben altijd opengestaan voor nieuwe ideeën. Als die tenminste goed zijn, want jij komt meestal met dingen die de meeste mensen niet zien zitten. Het lijkt echter niet tot je door te dringen wat je aan het doen bent en daarom heb ik twee vragen voor je.’
Ruud knikt met een gewichtige trek op zijn gezicht.
‘Ik ben benieuwd wat je van me wil weten.’
‘Niets. Ik wil je alleen verzoeken om óf als extra bestuurslid toe te treden óf je net zo normaal te gaan gedragen als ieder ander. Als je in het bestuur komt, kun je meepraten over het beleid en kun je ervaren met welke zaken wij te maken krijgen. Doe je dat niet, dan vraag ik je dus om vanaf nu normaal te doen of anders niet meer te komen. Je bent nu namelijk de vereniging aan het verzieken en dat laat ik niet gebeuren. Ik ben tot slot niet de enige die zo over je denkt, want er zijn nog veel meer mensen die dat gezeur van je spuugzat zijn.’
Ruud staat op en loopt zwijgend naar buiten om niet meer terug te komen.


Een geweldig presentje voor een man ofvrouw die 50 is geworden.
Blikje wordt leeg geleverd en kan door u worden gevuld met het artikel
van uw keuze. Een groots kadootje voor een klein prijsje.
Leverbaar in 2 formaten.
KLIK HIER VOOR MEER BLIKJES